Operating Instructions

99
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
Foto’s maken met automatische scherpstelling
Vastgestelde positie voor scherpstelling (scherpstellen op 1 punt) /
(precisiescherpstellen)
(scherpstellen op 1 punt)
Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied.
Wanneer het onderwerp niet in het midden van de compositie in [ ] staat, kunt u het
onderwerp naar het AF-gebied brengen, de scherpstelling en de belichting vastzetten door
de ontspanknop half in te drukken, de camera bewegen naar de gewenste compositie met de
ontspanknop half ingedrukt en vervolgens de foto maken. (Alleen wanneer [AFS/AFF/AFC] in
het menu [Opname] is ingesteld op [AFS].)
(precisiescherpstellen)
Hiermee kunt u nauwkeuriger scherpstellen op een kleiner punt dan met [ ]
(scherpstellen op 1 punt). Wanneer u de ontspanknop half indrukt, verschijnt een grotere
weergave van de scherpstelpositie.
Als [ ] (precisiescherpstellen) is geselecteerd tijdens het opnemen van films of 4K-foto's, wordt
de instelling gewijzigd in [
] (scherpstellen op 1 punt).
U kunt [ ] (precisiescherpstellen) niet instellen in de volgende situatie:
Wanneer [AFS/AFF/AFC] in het menu [Opname] is ingesteld op [AFF] of [AFC]