Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DMC-FS7 DMC-FS8 DMC-FS6 Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
Inhoud Voor Gebruik Beknopte gebruiksaanwijzingen................4 Standaard accessoires..............................6 Namen van de onderdelen........................7 Voorbereiding De batterij opladen ....................................9 • Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen)..........................................12 Een kaart of batterij in het toestel doen ............................................14 Over het ingebouwde geheugen/ de kaart ...................................................
• [HI-SPEED BURST] .........................67 • [FLITS-BURST] ................................68 • [STERRENHEMEL] .........................69 • [VUURWERK] ..................................70 • [STRAND] ........................................70 • [SNEEUW] .......................................70 • [LUCHTFOTO] .................................71 • [ZANDSTRAAL] ...............................72 • [FOTO FRAME] ...............................72 Bewegende beelden ...............................
Voor Gebruik Voor Gebruik Beknopte gebruiksaanwijzingen Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan. plug-in-type De batterij opladen. (P9) • De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op. 90 inlaattype Doe de batterij en de kaart in het toestel.
Voor Gebruik Speel de opnamen terug af. 1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [(]. 2 Kies de opname die u wil bekijken.
Voor Gebruik Standaard accessoires Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt. 1 2 3 4 5 6 Batterijpakket (In de tekst wordt deze aangeduid als batterij) De batterij opladen voor gebruik. Batterijoplader (In de tekst wordt deze aangeduid als oplader) AC-Kabel USB-kabel AV-Kabel (meegeleverd voor DMC-FS7/DMC-FS6, niet meegeleverd voor DMC-FS8) CD-ROM • Software: Gebruik om de software te installeren op uw PC.
Voor Gebruik Namen van de onderdelen 1 2 3 Flits (P48) Lens (P129) Zelfontspannerlampje (P55) AF assistentielamp (P93) 4 5 6 7 8 9 10 LCD-monitor (P46, 125) Statuslampje (P15, 26, 32) [MENU/SET] knop (P18) [DISPLAY] knop (P46) [Q.
Voor Gebruik 12 13 14 15 16 17 Toestel AAN/UIT (P18) Zoomhendeltje (P39) Speaker (P99) Microfoon (P73) Ontspanknop (P32, 73) Intelligente automatische knop (P32) 12 13 14 15 16 17 18 Lusje voor handdraagriem 18 19 • Zorg ervoor de handriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om ervoor te zorgen dat u deze niet zal laten vallen. 19 Objectiefcilinder 20 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P114, 117, 123) 20 21 Statiefbevestiging • Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
Voorbereiding Voorbereiding De batterij opladen ∫ Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat De batterij die gebruikt kan worden met dit apparaat is DMW-BCF10E. Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards.
Voorbereiding Steek de stekker van de oplader in het stopcontact. plug-in-type • De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding. • Het laden start als het lampje [CHARGE] A groen oplicht. • Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] A uitgaat (na maximum ongeveer 130 minuten). 90 inlaattype Maak de batterij los als deze opgeladen is.
Voorbereiding ∫ Als het [CHARGE] lampje knippert • De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden. Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt. • De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek. Aantekening • Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact. • De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik.
Voorbereiding Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen) ∫ Batterijaanduiding De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. [Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel)]. • De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De statusindicator knippert als de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij opnieuw op of vervang deze met een volle batterij.
Voorbereiding Terugspeeltijd Ongeveer 390 min. (DMC-FS7/DMC-FS8) Ongeveer 450 min. (DMC-FS6) Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij. ∫ Opladen Oplaadtijd Maximum ongeveer 130 min. Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als hierboven. De opnametijd zal enigszins variëren afhankelijk van de status van de batterij en de omstandigheden in de oplaadomgeving.
Voorbereiding Een kaart of batterij in het toestel doen • Controleer of het toestel uit staat. • We raden een kaart van Panasonic aan. Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl en open de batterij/kaartklep. • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. Batterij: Doe deze er in totdat deze vergrendeld wordt door de hendel A terwijl u op de richting let waarin u deze zet.
Voorbereiding Aantekening • Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd). • De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden. • De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
Voorbereiding Over het ingebouwde geheugen/de kaart De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat. • Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden. • Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Voorbereiding Kaart De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat gebruikt worden. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) Soort kaart SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) (Geformatteerd m.b.v. het FAT12 of FAT16 formaat in overeenstemming met de SD-standaard) SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB)¢ (Geformatteerd m.b.v.
Voorbereiding De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. Zet het toestel aan. OFF ON A [MENU/SET] knop B Cursorknoppen • De het taalselectiescherm wordt niet afgebeeld op DMC-FS7PR/DMC-FS6PR > stap 4. Op [MENU/SET] drukken. Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET]. • Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in [AFSPELEN] functie.) Op [MENU/SET] drukken.
Voorbereiding Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand, dag, uur, minuut, displayvolgorde afbeelden of formaat tijddisplay) te selecteren en dan op 3/4 drukken om in te stellen. : : A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P79) ‚: Annuleren zonder de klok in te stellen. • Selecteer ofwel [24UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay. • AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
Voorbereiding Menu instellen Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak te gebruiken. In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en de stroom van het toestel.
Voorbereiding Menuonderdelen instellen Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het [SET-UP] menu. Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanuit [Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie Zet het toestel aan. A [MENU/SET] knop B [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar C [MODE] knop OFF ON Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk vervolgens op [MODE].
Voorbereiding Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen. • Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4 om naar het tweede scherm te gaan. Op 1 drukken. • Afhankelijk van het item, kan de instelling ervan niet verschijnen of op een andere manier afgebeeld worden. Op 3/4 drukken om [š] te kiezen. Op [MENU/SET] drukken om in te stellen. MENU /SET Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Voorbereiding Gebruik van het snelle menu M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk opgeroepen worden. • Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies. • Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt terwijl [STABILISATIE] (P92) geselecteerd is, kan [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] afgebeeld worden. [Q.MENU] ingedrukt houden wanneer u opneemt. Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item en de instelling te selecteren en dan op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Voorbereiding Over het set-up Menu [KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen ervan voordat u ze gebruikt. • In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON] en [TAAL] ingesteld worden. Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden, P21 raadplegen. U [KLOKINST.] De datum en de tijd instellen. • Raadpleeg P18 voor details. De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
Voorbereiding u [VOLUME] Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus. • Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet. [LCD SCHERM] De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen. Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
Voorbereiding [FOCUS ICON] Verander de focusicoon. [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze menu’s in te stellen. q [BESPARING] p [BATT. BESP.]: Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde tijdsperiode. [OFF]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.
Voorbereiding Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm verschijnt. o [AUTO REVIEW] [OFF] [1SEC.] [2SEC.] [HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een willekeurige knop gedrukt wordt. [ZOOM]: De opname verschijnt 1 seconde, wordt dan uitvergroot tot 4k en verschijnt nogmaals 1 seconde.
Voorbereiding Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel (bijgeleverd). x [USB MODE] y [SELECT. VERBINDING]: [PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt. { [PictBridge(PTP)]: Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge verwerkt. z [PC]: Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
Voorbereiding [FORMATEREN] Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert. • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren. • Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te formatteren, de kaart verwijderen.
Voorbereiding Het selecteren van de [OPNAME] Functie Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de opnameomstandigheid, of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt. Zet het toestel aan.
Voorbereiding ∫ Lijst van [OPNAME] functies ¦ Intelligente automatische functie (P32) De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. de instellingen die overgelaten worden aan het toestel om deze automatisch te selecteren. ! Normale opnamefunctie (P36) De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen. Mijn scènefunctie (P58) De beelden worden genomen m.b.v. eerder geregistreerde opnamescènes. Û Scènefunctie (P58) Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Basiskennis [OPNAME] functie: ñ Basiskennis Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligente Automatische Functie) Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken. • De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Basiskennis Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. B Flits C AF assistentielamp De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. • De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer er op het onderwerp scherpgesteld is. • De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op het onderwerp waarop scherp gesteld is.
Basiskennis Scènedetectie Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn gewoonlijke rode kleur. ¦ > [i-PORTRET] [i-LANDSCHAP] [i-MACRO] [i-NACHTPORTRET] • Alleen wanneer [‡] geselecteerd is [i-NACHTL SCHAP] • Alleen wanneer [Œ] geselecteerd is • [¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld zijn.
Basiskennis Over de flits • Wanneer [‡] geselecteerd is, is [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van het type onderwerp en helderheid. • Wanneer [ ] of [ ] ingesteld is, wordt de flits tweemaal geactiveerd. Instellingen in intelligente automatische functie • Alleen de volgende functies kunnen ingesteld worden in deze functie. [OPNAME] functiemenu – [FOTO RES.
Basiskennis [OPNAME] functie: · Beelden maken met uw favoriete instellingen (Normale beeldfunctie) Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu te veranderen. Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk vervolgens op [MODE].
Basiskennis Het focussen Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
Basiskennis ∫ Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast • Wanneer de display van opneembaar bereik verschenen is in het rood • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen • Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet • Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van zowel onderwerpen ver w
Basiskennis [OPNAME] functie: ñ· ¿n Beelden maken met de zoom Gebruik van de Optische Zoom/Gebruik van de Extra Optische Zoom (EZ)/Gebruik van de Digitale Zoom U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen in brede hoek op te nemen. Om voorwerpen nog dichter [maximum van 7,1k (DMC-FS7/DMC-FS8)/6,4k (DMC-FS6)] bij te doen lijken, de beeldgrootte niet instellen op de hoogste instelling voor elke aspectratio (X/Y/W).
Basiskennis ∫ Het mechanisme van de extra optische zoom Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3 miljoen pixels), wordt de 10M (10,1 miljoen pixels) (DMC-FS7/DMC-FS8)/8M (8,1 miljoen pixels) (DMC-FS6) CCD-zone geconcentreerd in het midden van de 3M (3 miljoen pixels) –zone om een beeld te maken met een hoger zoomeffect. Aantekening • De digitale zoom kan niet ingesteld worden wanneer õ geselecteerd is. • De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
Basiskennis [AFSPELEN] functie: ¸ Beelden terugspelen ([NORMAAL AFSP.]) Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar A [(]. • Het Normaal afspelen is automatisch ingesteld in de volgende gevallen. – Waneer de functie geschakeld werd van de [OPNAME] naar [AFSPELEN] – Wanneer het toestel aangezet werd terwijl de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar op [(] stond Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
Basiskennis Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen) Het zoomhendeltje op [L] (W) zetten. A 1 scherm>12 schermen>30 schermen>Schermdisplay (P100) A Het aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen beelden • Zet het zoomhendeltje naar [Z] (T) om terug te keren naar het vorige scherm. • Beelden worden niet gedraaid voor de display. ∫ Om terug te keren naar normaal terugspelen 1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te kiezen.
Basiskennis Schakelen van de [AFSPELEN] functie 1 2 Druk op [MODE] tijdens afspelen. Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. [NORMAAL AFSP.] (P41) Alle beelden worden teruggespeeld. [DIASHOW] (P94) De beelden worden teruggespeeld in opeenvolging. MENU /SET [CATEGOR. AFSP.] (P97) De in categorieën onderverdeelde gegroepeerde beelden worden teruggespeeld. [FAVORIET AFSP.] (P98)¢ Uw favoriete beelden worden teruggespeeld. ¢ [FAVORIET AFSP.
Basiskennis [AFSPELEN] functie: ¸ Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. • Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist worden. Om een enkele opname uit te wissen Selecteer het te wissen beeld en druk vervolgens op [‚]. A [DISPLAY] knop B [‚] knop Op 2 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Basiskennis Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen Druk op [‚]. Op 3/4 drukken om [MULTI WISSEN] of [ALLES WISSEN] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. • [ALLES WISSEN] > stap 5. Druk op 3/4/2/1 om het beeld te selecteren en druk vervolgens op [DISPLAY] om in te stellen. (Herhaal deze stap.) • [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op [DISPLAY] drukt, wordt de instelling gewist. DISPLAY Op [MENU/SET] drukken.
Gevorderd (Opname van beelden) Gevorderd (Opname van beelden) Over de LCD-monitor Druk op [DISPLAY] om te wijzigen. A LCD-monitor B [DISPLAY] knop • Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P42), als u bewegende beelden terugspoelt (P99) en tijdens een diavoorstelling (P94), kunt u alleen kiezen tussen “Normale weergave F” of “Geen weergave H”.
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Opnamerichtlijn Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken. Dit wordt gebruikt wanneer het hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: ñ· ¿ Beelden maken met de ingebouwde flits A Fotoflits Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken. Naar de geschikte flitsinstelling schakelen De flits instellen voor opnamen. Druk op 1 [‰]. Op 3/4 drukken om de functie te kiezen. • U kunt ook op 1 [‰] drukken om te selecteren. • Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” raadplegen. (P50) Op [MENU/SET] drukken.
Gevorderd (Opname van beelden) Onderdeel Beschrijving van instellingen De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de ‡: AUTO opnamecondities. De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het : rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te AUTO/ verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke Rode-ogenreductie¢ opname.
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling) ‡ ‰ Œ ñ · * + ±¢ — — — — ± ± ± ± — — ± ± ¥ ± — — ± ± ¥ ± — — ± ± ¥ ± — — ± 0 , .
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken • Het beschikbare flitsbereik is een benadering. ISO-gevoeligheid Beschikbaar flitsbereik Breed Tele AUTO 30 cm tot 6,3 m 50 cm tot 3,0 m ISO80 30 cm tot 1,7 m 50 cm tot 80 cm ISO100 30 cm tot 2,0 m 50 cm tot 90 cm ISO200 40 cm tot 2,8 m 50 cm tot 1,3 m ISO400 60 cm tot 4,0 m 60 cm tot 1,8 m ISO800 80 cm tot 5,6 m 60 cm tot 2,6 m ISO1600 1,15 m tot 8,0 m 90 cm tot 3,7 m • In [H. GEVOELIGH.
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) ‡ 1 of 1/8 tot 1/2000¢1 1 of 1/4 tot 1/2000¢2 1/30 tot 1/2000 ‰ Œ ¢1 De sluitertijd verandert afhankelijk van de [STABILISATIE] (P92) instelling. ¢2 Wanneer de Intelligente ISO ingesteld is (P84) • ¢1, 2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen. – Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: ·n Close-up’s maken Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 5 cm van de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1k). (AF-macrofunctie) U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de afstand tot het onderwerp voor de extreme Breed-positie behoudt (5 cm). (Macro-zoomfunctie) Druk op 4 [#].
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Scherpstellingbereik in AF-macrofunctie ¢ Het focusbereik verandert in stappen. 50 cm T W 5 cm • Focusbereik zal 5 cm tot ¶ bedragen tijdens macrozoomfunctie ongeacht de zoompositie. Aantekening • Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken. • Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: ñ· ¿ Opnamen maken met de zelfontspanner Druk op 2 [ë]. Op 3/4 drukken om de functie te kiezen. • U kunt ook op 2 [ë] drukken om te selecteren. Op [MENU/SET] drukken. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. • Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: · ¿n Belichtingscompensatie Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden. Onderbelichting Juiste belichting De belichting positief compenseren. Overbelichting De belichting negatief compenseren. Druk op 3 [È] totdat [BELICHTING] verschijnt en corrigeer de belichting met 2/1.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: · ¿ Beelden maken met Auto Bracket In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: ¿ Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènefunctie) Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname. Het registreren van scènes in scènefunctie (Mijn scènefunctie) In [MY SCENE MODE], kunt u de scènefunctie registreren die u het vaakst gebruikt als één van de opnamefunctie.
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Het veranderen van Mijn scènefunctie 1 Op [MODE] drukken, het derde item van boven selecteren en op [MENU/SET] drukken. 2 Op [MENU/SET] drukken om het menuscherm af te beelden. 3 Druk op 3 om [¿] te kiezen, schakel menu’s en druk op 1. 4 5 • Voor details over het schakelen van menu’s, P21 raadplegen. Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste scènemenu te kiezen. Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Gevorderd (Opname van beelden) [PORTRET] Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te geven. ∫ Technieken voor portretten Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten. 2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken. Aantekening • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80]. • De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
Gevorderd (Opname van beelden) [TRANSFORMEREN] Onderwerp kan ofwel dun of uitgerekt opgenomen worden en de huis kan tegelijkertijd glad opgenomen worden. 1 2 Op 3/4 drukken om de instelling te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. • Deze kan ingesteld worden vanaf het snelle menu (P23). Beelden maken. Aantekening • [FOTO RES.] en [ASPECTRATIO] worden vastgesteld zoals hieronder aangegeven wordt. –[ ] voor [X], [ ] voor [Y] en [ ] voor [W] • [KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [›].
Gevorderd (Opname van beelden) [LANDSCHAP] Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap. Aantekening • De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ]. • Het focusbereik is 5 m tot ¶. [SPORT] Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende evenementen. Aantekening • Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer. • [SLIMME ISO] is geactiveerd en de led van het maximum ISO-gevoeligheidniveau wordt [ISO1600].
Gevorderd (Opname van beelden) [NACHTL. SCHAP] Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap. ∫ Technieken voor nachtlandschappen • Wanneer het toestel ingesteld is op [STABILISATIE] en er is zeer weinig beeldbibber of als [STABILISATIE] ingesteld is op [OFF], zou de sluitertijd tot 8 seconden langzamer kunnen worden. We raden aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken voor het maken van een beeld. Aantekening • De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Gevorderd (Opname van beelden) [PARTY] Kies deze functie als u opnamen wilt maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis enz. U kunt er opnamen mee maken van mensen met een heldere achtergrond. ∫ Technieken voor opnamen van feesten • De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ] of [ ]). • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen. • We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u opnamen maakt.
Gevorderd (Opname van beelden) [BABY1]/[BABY2] Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u de flits gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders. Voor [BABY1] en [BABY2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden ingesteld. U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte opname wilt laten afdrukken met [TEKST AFDR.] (P103).
Gevorderd (Opname van beelden) [HUISDIER] Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat. U kunt de geboortedatum en naam van uw huisdier instellen. U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte opname wilt laten afdrukken met [TEKST AFDR.] (P103). Voor informatie over [LEEFTIJD] of [NAAM], [BABY1]/[BABY2] op P65 raadplegen. Aantekening • De begininstelling voor de AF-lamp is [OFF]. • De begininstelling voor [AF MODE] is [Ø].
Gevorderd (Opname van beelden) [HI-SPEED BURST] Dit is een handige manier om snelle bewegingen of een beslissend ogenblik vast te leggen. ∫ Beeldresolutie en aspectratio 1 Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken om in te stellen. 2 • 3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte. Beelden maken. • Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt is.
Gevorderd (Opname van beelden) [FLITS-BURST] Stilstaande beelden worden continu gemaakt met flits. Dit is handig om continue stilstaande beelden te maken op donkere plekken. ∫ Beeldresolutie en aspectratio 1 Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken om in te stellen. 2 • 3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte. Beelden maken. • Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt is.
Gevorderd (Opname van beelden) [STERRENHEMEL] Met deze functie kunt u levendige opnamen maken van een sterrenhemel of een donker voorwerp. ∫ De sluitertijd instellen Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.]. 1 Op 3/4 drukken om het menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/ SET] drukken. 2 • Het is ook mogelijk om het aantal seconden te veranderen m.b.v. het snelle menu. (P23) Beelden maken. • Druk de ontspanknop helemaal in om het aftelscherm af te beelden.
Gevorderd (Opname van beelden) [VUURWERK] Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel. ∫ Technieken voor opnamen van vuurwerk • Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan. Aantekening • De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ]. • Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is. • De sluitersnelheden worden als volgt ingesteld.
Gevorderd (Opname van beelden) [LUCHTFOTO] Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit. ∫ Techniek voor Luchtfoto’s • Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
Gevorderd (Opname van beelden) [ZANDSTRAAL] Beeld is gemaakt met een korrelige, gezandstraalde structuur. ∫ Beeldresolutie en aspectratio 1 Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken om in te stellen. 2 • 3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte. Beelden maken. Aantekening • [KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [›]. • U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: n Gevorderd (Opname van beelden) Bewegende beelden Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk vervolgens op [MODE]. Op 3/4 drukken om [BEWEGEND BEELD] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Druk de opspanknop half in om scherp te stellen en druk hem dan helemaal in om opnamen te maken. A Geluidsopname • De beschikbare opnametijd B verschijnt op het display rechts boven en de voorbije opnametijd C staat onderaan rechts.
Gevorderd (Opname van beelden) Het veranderen van de instellingen voor de opnamekwaliteit • Wanneer u de opnamekwaliteit instelt op [ ] of [ ], raden we het gebruik aan van een hoge-snelheidskaart met “10MB/s” of groter aangegeven op de verpakking. Op [MENU/SET] drukken. Op 3/4 drukken om [OPN. KWALITEIT] te kiezen en vervolgens op 1 drukken. Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Gevorderd (Opname van beelden) Aantekening • De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ]. • P147 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd. • De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen. • Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van bewegende beelden. Dit is geen storing. • U kunt continu bewegende opnamen opmaken tot 2 GB.
Gevorderd (Opname van beelden) [OPNAME] functie: ñ· ¿n Nuttige functies op reisbestemmingen De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt Voor details over de [SET-UP] menu-instellingen, P21 raadplegen. Als u de vertrekdatum of de reisbestemming van de vakantie vooraf instelt, wordt het aantal dagen dat voorbij is sinds de vertrekdatum (welke dag van de vakantie het is) opgenomen wanneer u het beeld maakt.
Gevorderd (Opname van beelden) Op 4 drukken om [LOCATIE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken. Druk op 4 om [SET] te kiezen en dan op [MENU/ SET]. De locatie invoeren. • Voor details over hoe karakters in te voeren, de [TITEL BEW.] sectie lezen op P101. Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. Een opname maken. • Het aantal dagen dat is verstreken sinds de vertrekdatum verschijnt ongeveer 5 seconden als u het toestel aan zet enz.
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ De vertrekdatum wissen De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum na de terugkomstdatum is. Als u de reisdatum wilt annuleren vóór het einde van de vakantie, [OFF] selecteren op het scherm dat getoond wordt in stap 3 of 7 en vervolgens twee maal op [MENU/SET] drukken. Als de [REIS-SETUP] ingesteld is op [OFF] in stap 3, zal [LOCATIE] ook ingesteld worden op [OFF].
Gevorderd (Opname van beelden) Opnamedata/Tijden op Overzeese Reisbestemmingen (Wereldtijd) Voor details over de [SET-UP] menu-instellingen, P21 raadplegen. U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden en deze opnemen op de beelden die u maakt. • Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P18) Selecteer [WERELDTIJD] van het [SET-UP] menu en druk vervolgens op 1.
Gevorderd (Opname van beelden) Aantekening • Zet de instelling terug naar [HOME] wanneer de vakantie beëindigd is d.m.v. stappen 1, 2 en 3. • Als [HOME] al ingesteld is, alleen de reisbestemming veranderen en gebruiken. • Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in. • Het pictogram van de reisbestemming [“] verschijnt als u beelden afspeelt die u tijdens uw reis hebt gemaakt.
Gevorderd (Opname van beelden) Het functiemenu [OPNAME] gebruiken [FOTO RES.] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen. ¿ Toepasbare functies: ñ· ∫ Wanneer de aspectratio [X] is. ¢1 DMC-FS7/DMC-FS8 ¢2 DMC-FS6 ¢3 Dit item kan niet ingesteld worden in de Intelligent automatische functie.
Gevorderd (Opname van beelden) Aantekening • “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”. • Een digitaal beeld is opgemaakt uit talrijke punten die pixels heten. Hoe groter het aantal pixels, hoe fijner het beeld zal zijn wanneer deze afgedrukt wordt op een groot stuk papier of afgebeeld wordt op een PC monitor. A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof) ¢ Deze opnamen zijn voorbeelden van dit effect. • Als u de aspectratio verandert, de beeldgrootte opnieuw instellen.
Gevorderd (Opname van beelden) [ASPECTRATIO] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het afdrukken of het terugspelen past. ¿ Toepasbare functies: · [X]: [ASPECTRATIO] van een 4:3 TV [Y]: [ASPECTRATIO] van een 35 mm filmcamera [W]: [ASPECTRATIO] van een hoge-definitie TV, etc.
Gevorderd (Opname van beelden) [SLIMME ISO] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Het toestel stelt automatisch de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in om bij de beweging te passen van het onderwerp en helderheid van de scène om de golfstoring van het onderwerp te minimaliseren. Toepasbare functies: · ISOMAX ISOMAX [OFF]/[ ISOMAX 400 ]/[ 800 ]/[ 1600 ] • De bovenste grens van de ISO-gevoeligheid kan ingesteld worden.
Gevorderd (Opname van beelden) [GEVOELIGHEID] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Dit laat het aan de gevoeligheid voor licht (ISO-gevoeligheid) toe ingesteld te worden. Het instellen op een hoger figuur, staat u in staat ook op donkere plekken beelden te maken zonder dat de beelden donker worden.
Gevorderd (Opname van beelden) [WITBALANS] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron.
Gevorderd (Opname van beelden) De witbalans handmatig instellen 1 Kies [Ó] en druk dan op [MENU/SET]. 2 Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk dan op [MENU/SET]. Aantekening • De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als u het toestel uit zet. (De witbalansinstelling voor een scènefunctie wordt weer [AWB] als u een andere scènefunctie kiest.
Gevorderd (Opname van beelden) [AF MODE] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. ¿ Toepasbare functies: · [š]: Gezichtsdetectie De camera vindt automatisch het gezicht van de persoon. De focus en de belichting worden ingesteld op de waarden die het best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het gezicht zich in het beeld bevindt. (max.
Gevorderd (Opname van beelden) ∫ Over [š] De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de gezichten vindt. Geel: Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft. Wit: Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones scherpgesteld.
Gevorderd (Opname van beelden) [BURSTFUNCTIE] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. Selecteer de beelden die u echt mooi vindt tussen alle beelden die u gemaakt hebt. ¿ Toepasbare functies: ñ· [OFF] Burstsnelheid (opnamen/ seconde) A — ò 2,3¢ Ongeveer 1,7 (DMC-FS7/DMC-FS8) ongeveer 2 (DMC-FS6) (DMC-FS7/DMC-FS8) 3¢ (DMC-FS6) — max. 3 (DMC-FS7/DMC-FS8) max. 4 (DMC-FS6) — max. 5 (DMC-FS7/DMC-FS8) max.
Gevorderd (Opname van beelden) [DIG. ZOOM] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Deze kan onderwerpen nog meer uitvergroten dan de optische zoom of extra optische zoom. ¿n Toepasbare functies: · [OFF]/[ON] Aantekening • P39 raadplegen voor gedetailleerde informatie. • Als toestel schudden (beeldbibber) een probleem is tijdens het zoomen, wordt het aangeraden dat [STABILISATIE] ingesteld wordt op [AUTO] of [MODE1]. • De instelling is vastgesteld op [ON] in macro-zoomfunctie.
Gevorderd (Opname van beelden) [STABILISATIE] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Met behulp van deze functies, wordt golfstoring tijdens het maken van beelden opgespoord, en compenseert het toestel automatisch de golfstoring, het mogelijk makend golfstoringvrije beelden te maken. ¿ Toepasbare functies: · [OFF] [AUTO]: De optimum beeldbibber-compensatie is geselecteerd afhankelijk van de omstandigheid. [MODE1]: Golfstoring wordt altijd gecompenseerd tijdens [OPNAME] functie.
Gevorderd (Opname van beelden) [AF ASS. LAMP] Voor details over [OPNAME] functiemenu, P21 raadplegen. Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht. ¿ Toepasbare functies: · [OFF]: De AF-lamp gaat niet aan. [ON]: Wanneer u beelden maakt op donkere plekken, zal de AF-assistentielamp branden terwijl de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt. (Grotere AF-zones worden nu afgebeeld.
Geavanceerd (Terugspelen) [AFSPELEN] functie: ¸ Geavanceerd (Terugspelen) Beelden terugspelen in Opeenvolging (Diavoorstelling) U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. Verder kunt u de gegroepeerde beelden afspelen per categorie of alleen die beelden afspelen die u ingesteld heeft als uw favoriete,n als een diavoorstelling.
Geavanceerd (Terugspelen) Wanneer [CATEGORIESELECTIE] geselecteerd is in stap 3 Op 3/4/2/1 drukken om de terug te spelen categorie te selecteren en dan op [MENU/SET] drukken om in te stellen. • Voor details over categorieën, P97 raadplegen. Op 3 drukken om [START] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Druk op 4 om de diavoorstelling te beëindigen. • Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt.
Geavanceerd (Terugspelen) ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor terugspelen van diavoorstelling door [EFFECT] of [SETUP] te selecteren op het menuscherm van de diavoorstelling. [EFFECT] Dit beidt u de mogelijkheid de schermeffecten of muziekeffecten te selecteren wanneer u van het ene beeld naar het andere beeld overschakelt.
Geavanceerd (Terugspelen) [AFSPELEN] functie: ¸ Selecteren van Beelden en deze Terugspelen ([CATEGOR. AFSP.]/[FAVORIET AFSP.]) [CATEGOR. AFSP.] Deze functie biedt u de mogelijkheid beelden te zoeken per scènefunctie of andere categorieën (zoals [PORTRET], [LANDSCHAP] of [NACHTL. SCHAP]) en beelden te sorteren naar elk van de categorieën. U kunt dan de beelden in elke categorie terugspelen. Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [(] en druk vervolgens op [MODE]. Op 3/4 drukken om [CATEGOR.
Geavanceerd (Terugspelen) [FAVORIET AFSP.] U kunt de beelden terugspelen die u ingesteld heeft als [FAVORIETEN] (P109) (Alleen wanneer [FAVORIETEN] ingesteldis op [ON] en er beelden zijn die ingesteld zijn op [FAVORIETEN]). Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [(] en druk vervolgens op [MODE]. Op 3/4 drukken om [FAVORIET AFSP.]te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Aantekening • U kunt alleen [LCD ROTEREN], [PRINT INST.] of [BEVEILIGEN] in het [AFSPELEN] menu gebruiken.
Geavanceerd (Terugspelen) [AFSPELEN] functie: ¸ Bewegende beelden terugspelen Op 2/1 drukken om een beeld te selecteren met een bewegend beeldicoon (zoals [ ]), en vervolgens op 3 drukken om terug te spelen. B C A A De tijd voor opnamen van bewegende beelden B Pictogram voor opname van bewegende beelden C Icoon bewegend beeld afspelen • Nadat het afspelen start, wordt de verstreken afspeeltijd rechts bovenaan het scherm afgebeeld. Bijvoorbeeld, 8 minuten en 30 seconden wordt afgebeeld als [8m30s].
Geavanceerd (Terugspelen) [AFSPELEN] functie: ¸ Het functiemenu [AFSPELEN] gebruiken U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz. • Met [TEKST AFDR.], [NW. RS.] of [BIJSNIJD.] wordt er een nieuw bewerkt beeld gecreëerd.
Geavanceerd (Terugspelen) [TITEL BEW.] U kunt tekst (commentaar) aan de beelden toevoegen. Nadat er tekst geregistreerd is, kan dit in de afdrukken gezet worden m.b.v. [TEKST AFDR.] (P103). (Er kunnen alleen alfabetische tekens en symbolen ingevoerd worden.) Namen ingesteld in [BABY1]/[BABY2] en [HUISDIER] in scènefunctie of [LOCATIE] in reisdatum worden ook opgenomen als titels. Selecteer [TITEL BEW.] op het [AFSPELEN] functiemenu.
Geavanceerd (Terugspelen) ∫ De titel wissen [ENKEL] instelling 1 In stap 4, alle tekst wissen, [EXIT] selecteren en op [MENU/SET] drukken. 2 Op [‚] drukken. 3 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. [MULTI] instelling 1 In stap 4, alle teksten wissen, [EXIT] selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. Aantekening • Er kan ook door de tekst heen gelopen worden als niet alle geregistreerde tekst op het scherm past.
Geavanceerd (Terugspelen) [TEKST AFDR.] U kunt de opnamedatum/-tijd, jaar, reisdatum of titel afdrukken op de opgenomen beelden. Dit gaat voor printen van normale afmetingen. (Beelden met een afmeting groter dan [ ] worden verkleind als u de datum enz. erop wil laten afdrukken.) Selecteer [TEKST AFDR.] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P21) Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Selecteer het beeld en druk vervolgens op [MENU/SET] om in te stellen.
Geavanceerd (Terugspelen) Op [MENU/SET] drukken. • Als u [TEKST AFDR.] instelt voor een opname met een grotere beeldresolutie dan [ ] wordt de beeldresolutie kleiner dan wat u hieronder ziet. Aspectratio instellen Beeldgrootte ¢1/ ¢2/ ¢1/ Y ¢1/ ¢2/ ¢1/ > W • Het beeld iets grover. ¢1 DMC-FS7/DMC-FS8 ¢2 DMC-FS6 ¢1/ ¢2/ ¢1/ > X > Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Geavanceerd (Terugspelen) [NW. RS.] De beeldgrootte (aantal pixels) reduceren We raden aan om nieuwe grootte op [ ] in te stellen als u een beeld als bijlage wilt meesturen met een e-mail of een beeld wilt gebruiken op een website.Beelden die ingesteld zijn op het minimum aantal pixels voor [ASPECTRATIO] kunnen niet verder gereduceerd worden in grootte. Selecteer [NW. RS.] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P21) Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Geavanceerd (Terugspelen) Aantekening • U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [MULTI]. • De beeldkwaliteit van het van nieuwe grootte voorziene beeld zal slechter worden. • Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn. • Bewegende beelden en beelden afgedrukt met [TEKST AFDR.] kunnen niet van een nieuwe grootte voorzien worden.
Geavanceerd (Terugspelen) [BIJSNIJD.] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. Selecteer [BIJSNIJD.] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P21) Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik het zoomhendeltje en druk op 3/4/2/1 om de te bewerken delen te selecteren. Reductie Vergroting () De positie verplaatsen Zoomhendel (T): Vergroting Zoomhendeltje (W): Reductie 3/4/2/1: Verplaats () Op [MENU/SET] drukken.
Geavanceerd (Terugspelen) [LCD ROTEREN] Deze stand biedt u de mogelijkheid automatisch beelden verticaal af te beelden als deze gemaakt zijn met het toestel verticaal gehouden. Selecteer [LCD ROTEREN] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P21) Op 4 drukken om [ON] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. • De beelden worden afgebeeld zonder gedraaid te worden wanneer u [OFF] kiest. • Lees P41 voor informatie over hoe u beelden terug kunt spelen. Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Geavanceerd (Terugspelen) [FAVORIETEN] U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten. • Alleen de beelden die ingesteld zijn als favorieten afspelen. ([FAVORIET AFSP.]) • De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen. • Alle beelden wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([ALLES WISSEN BEHALVEÜ]) Selecteer [FAVORIETEN] op het [AFSPELEN] functiemenu.
Geavanceerd (Terugspelen) [PRINT INST.] DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf.
Geavanceerd (Terugspelen) ∫ Alle [PRINT INST.] instellingen annuleren 1 [ANNUL] op het scherm dat getoond wordt in stap 2 kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 3 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • U kunt [ANNUL] niet selecteren als er geen enkel beeld ingesteld is voor afdrukken.
Geavanceerd (Terugspelen) [BEVEILIGEN] U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. Selecteer [BEVEILIGEN] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P21) Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. [ENKEL] Selecteer het beeld en druk vervolgens op [MENU/SET]. [MULTI] Wanneer [MULTI] geselecteerd is • Deze stappen herhalen voor elk beeld.
Geavanceerd (Terugspelen) [KOPIE] U kunt de gegevens van de beelden de u gemaakt hebt kopiëren van het ingebouwde geheugen naar een kaart of van een kaart naar het ingebouwde geheugen. Selecteer [KOPIE] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P21) Op 3/4 drukken om het menu-onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. : Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, worden in één keer gekopieerd op de kaart. > stap 4.
Aansluiten op andere apparatuur Aansluiten op andere apparatuur Aansluiting op de PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • U kunt de beelden die u heeft geïmporteerd gemakkelijk afdrukken of versturen. Het gebruik van de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd) is een handige manier om dit te doen.
Aansluiten op andere apparatuur Sluit het toestel aan op een PC met de USB-kabel A (bijgeleverd). • Geen andere USB-verbindingkabels gebruiken dan de meegeleverde USB-verbindingkabel. Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing kunnen veroorzaken. Op 3/4 drukken om [PC] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Aansluiten op andere apparatuur ∫ De inhoud bekijken van het ingebouwde geheugen of kaart m.b.v. de PC (mapsamenstelling) 1 Mapnummer DCIM 100_PANA 2 Bestandsnummer 3 JPG: 100_PANA MOV: P1000001.JPG MISC: Opnamen Bewegende beelden DPOF-print Favorieten P1000002.JPG P1000999.JPG 101_PANA 999_PANA MISC Er wordt een nieuwe map gecreëerd wanneer er beelden gemaakt worden in de volgende situaties. • Nadat [NR.
Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken Als u het toestel verbindt aan een printer die PictBridge verdraagt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en aangeven dat het afdrukken gestart moet worden op de LCD-monitor van het toestel. Voorbereiding: Het toestel en de printer aanzetten. Verwijder de kaart voordat u de beelden afdrukt in het ingebouwde geheugen. Voer de instelling van de afdrukkwaliteit en andere instellingen uit op de printer voordat u de beelden afdrukt.
Aansluiten op andere apparatuur Aantekening • Dit apparaat kan niet recht gezet worden wanneer de AC-adapter aangesloten is. Wanneer u deze neerzet en aan hanteert, raden we aan deze op een zachte doek te plaatsen. • Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel. Gebruik van andere kabels dan de meegeleverde USB-verbindingkabel zou storing kunnen veroorzaken. • Zet het toestel uit voordat u de AC-adapter (optioneel) verbindt of loskoppelt.
Aansluiten op andere apparatuur Meerdere beelden kiezen en uitprinten Op 3 drukken Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. • Als het controlescherm van het afdrukken verschenen is, [JA] selecteren en de beelden afdrukken. PictBridge MULTI SELECTEREN ALLES SELECTEREN PRINT INST. (DPOF) FAVORIETEN ANNUL Onderdeel SELEC INST. Beschrijving van instellingen [MULTI SELECTEREN] Meerdere beelden tegelijkertijd worden nu afgedrukt.
Aansluiten op andere apparatuur Printinstellingen Selecteer de items en stel deze zowel op het scherm in stap 2 van de “Een beeld kiezen en uitprinten” als in stap 3 van de “Meerdere beelden kiezen en uitprinten” procedures in. MULTI SELECTEREN PRINT START PRINT MET DAT.
Aansluiten op andere apparatuur [PAPIERAFMETING] Onderdeel Beschrijving van instellingen { De printerinstellingen hebben voorrang. [L/3.5qk5q] 89 mmk127 mm [2L/5qk7q] 127 mmk178 mm [POSTCARD] 100 mmk148 mm [16:9] 101,6 mmk180,6 mm [A4] 210 mmk297 mm [A3] 297 mmk420 mm [10k15cm] 100 mmk150 mm [4qk6q] 101,6 mmk152,4 mm [8qk10q] 203,2 mmk254 mm [LETTER] 216 mmk279,4 mm [CARD SIZE] 54 mmk85,6 mm • Papiermaten die niet verdragen worden door de printer zullen niet afgebeeld worden.
Aansluiten op andere apparatuur [LAY-OUT PAGINA] (Paginaopmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel) Onderdeel Beschrijving van instellingen { De printerinstellingen hebben voorrang. á 1 beeld zonder frame op 1 pagina â 1 beeld met een frame op 1 pagina ã 2 beelden op 1 pagina ä 4 beelden op 1 pagina • U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de paginaopmaak niet verwerkt kan worden door de printer.
Aansluiten op andere apparatuur [AFSPELEN] functie: ¸ Beelden terugspelen op een TV-scherm Opnamen terugspelen met de AV-kabel Gelieve de meegeleverde AV-kabel gebruiken. (DMC-FS7/DMC-FS6) Gelieve de optionele AV-kabel (DMW-AVC1) gebruiken. (DMC-FS8) Voorbereiding: [TV-ASPECT]. (P28) instellen. Schakel het toestel en de televisie uit. AV OUT DIGITAL 1 Geel: naar de videoaansluiting 2 Wit: naar de geluidsaansluiting A De markeringen uitlijnen en erin doen.
Aansluiten op andere apparatuur Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een SD-geheugenkaart Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met een SD-geheugenkaart kunnen teruggespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartslot. Aantekening • Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm. • Bewegende beelden kunnen niet teruggespeeld worden. Om bewegende beelden terug te spelen, het toestel op de TV aansluiten met de AV-kabel.
Overige Overige Schermdisplay ∫ In Opname Opnemen met de normale opnamefunctie [!] (Begininstelling) 3 4 1 2 5 6 1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie (P48) 10 3 AF-zone (P37) 14 4 Focus (P37) 5 Beeldgrootte (P81) 6 Kwaliteit (P82) 7 Batterij-aanduiding (P12) 8 Aantal opnamen (P144) 9 Ingebouwd geheugen (P16) F3.
Overige ∫ Tijdens de opname (na het instellen) 15 AF-macrofunctie (P53) 15 16 17 18 19 : Macro-zoomfunctie (P53) ISO 16 Witbalans (P86) NATURAL 100 NATURAL 17 ISO-gevoeligheid (P85) 20 3 maximum niveau ISO-gevoeligheid (P84) 31 18 Kleurfunctie (P91) 21 30 19 Opnamekwaliteit (P74) 29 20 Beschikbare opnametijd (P73): R8m30s 28 22 27 21 Naam¢1 (P65) 23 24 22 Leeftijd¢1 (P65) 3s ¢2 Locatie (P76) 25 23 Reisdatum (P76) 26 24 Verstreken opnametijd (P73) : Intelligente ISO (P84) 25 Huidige datum en tijd/“: Instell
Overige ∫ In Terugspelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Terugspeelfunctie (P41) Beveiligd beeld (P112) Favorieten (P109) 1 2 3 4 5 6 7 Afgedrukt met tekstaanduiding (P103) Beeldgrootte (P81) In de bewegende-beeldenfunctie (P99) 19 100_0001 Kwaliteit (P82) 1/9 18 1 Batterij-aanduiding (P12) 9s Map/bestandsnummer (P116) 17 Ingebouwd geheugen (P16) 16 Verstreken opnametijd (P99): 8m30s 15 Beeldnummer/Totaal opnamen 14 10:00 1.DEC.
Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Laat het toestel niet vallen, klop er niet mee en oefen er geen zware kracht op uit. • Erop letten de tas/hoes waar het toestel inzit nergens tegen aan te stoten en niet te laten vallen aangezien dit schade zou kunnen opleveren aan het toestel, de lens of de LCD-monitor. • Geen andere spullen aan de handriem hangen die bij het toestel wordt geleverd.
Overige Schoonmaken Voordat u het toestel schoonmaakt, de batterij of de DC-koppelaar verwijderen (optioneel), of de stroomstekker uit het stopcontact halen. Vervolgens het toestel afwrijven met een droge zachte doek. • Wanneer het toestel bevuild is, kan deze schoongemaakt worden door het vuil eraf te wrijven met een uitgeknepen vochtige doek en daarna met een droge doek. • Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zoals benzeen, verdunner, alcohol, keukenschoonmaakmiddelen, enz.
Overige Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. • Steek de batterij in de meegeleverde batterijhouder (meegeleverd). Als u de batterijen per ongeluk laat vallen, controleert u of de batterijen en de aansluitingen beschadigd zijn.
Overige Over de persoonlijke informatie De persoonlijke informatie zit inbegrepen in het beeld wanneer de naam of de verjaardag ingesteld is in [BABY1]/[BABY2] in scènefunctie. Ontkoppeling • Informatie, inclusief persoonlijke informatie, kan veranderd worden of verdwijnen wegens een fout, een effect van statische energie, een ongeluk, storing, reparatie of andere handelingen.
Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [GEHEUGENKAART VERGRENDELD] > De Schrijfbeveiliging op de SD-geheugenkaart en de SDHC-geheugenkaart staat op [LOCK]. Verschuif de schakelaar terug om deze te ontgrendelen. (P17) [GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEVEN] > Een beeld opnemen of een kaart in het toestel doen met een opgenomen beeld en dit vervolgens afspelen.
Overige [DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN]/[KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN] • De volgende beelden kunnen niet gekopieerd worden. – Wanneer een beeld bestaat met dezelfde naam als het beeld dat gekopieerd moet worden op de kopiebestemming. (Alleen wanneer u kopieert van een kaart naar het ingebouwde geheugen.) – Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard. • Verder kunnen beelden die gemaakt of bijgewerkt zijn met andere apparatuur eventueel niet gekopieerd worden. [FOUT INT. GEHEUGEN FOTM. INT.
Overige [OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT] • Wanneer u de opnamekwaliteit instelt op [ ] of [ ], raden we het gebruik aan van een hoge-snelheidskaart met “10MB/s” of groter aangegeven op de verpakking. • Als het voorkomt dat deze stopt zelfs na het gebruik van een “10MB/s”-kaart of hoger en de schrijfsnelheid van de gegevens verslechterd is, wordt het aangeraden een back-up te maken en vervolgens (P29) te formatteren.
Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P135 tot 143). Als het probleem niet opgelost wordt, kan deze verbeterd worden door [RESETTEN] (P27) te selecteren op het [SET-UP] menu wanneer u beelden maakt. Batterijen en stroom Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. • De batterij is er niet goed ingedaan. (P14) • De batterij is op. De LCD-monitor gaat uit terwijl het toestel aanstaat.
Overige Opnemen Heet beeld kan niet opgenomen worden. • Staat de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar op de [!] instelling? (P30) • Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart? > De onnodige beelden wissen om het beschikbare geheugen te vergroten. (P44) Het opgenomen beeld is witachtig. • Het beeld kan witachtig worden als er vuil zoals vingerafdrukken op de lens zit.
Overige Het is niet mogelijk beelden maken m.b.v. auto bracket. • Is het aantal opneembare beelden 2 of minder? Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit. Er verschijnt ruis op het beeld. • Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam? (De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal er, wanneer u binnenshuis beelden enz. maakt, ruis optreden.) > De ISO-gevoeligheid verminderen. (P85) > Stel [KLEURFUNCTIE] in op [NATURAL].
Overige LCD-monitor De LCD-monitor gaat uit ook al staat het toestel aan. • De LCD-monitor gaat uit en de statusindicator gaat branden wanneer [AUTO LCD UIT] (P26) geselecteerd is voor de [BESPARING] functie. [Dit gebeurt niet wanneer u de AC-adapter (optioneel) gebruikt.] Als de resterende batterijstroom laag is, zou het langer kunnen duren de flits op te laden en zou de tijd dat de LCD-monitor uitstaat langer kunnen worden. De LCD-monitor wordt even donkerder of helderder.
Overige Flits De flits is niet geactiveerd. • Staat de flitsinstelling op [Œ]? > De flitsinstelling wijzigen. (P48) • De flitsfunctie is niet beschikbaar wanneer auto bracket (P57) of [BURSTFUNCTIE] (P90) in [OPNAME] functiemenu ingesteld is. Flits wordt verschillende keren geactiveerd. • De flits wordt twee maal geactiveerd wanneer de rode-ogenreductie (P49) ingesteld is.
Overige Het mapnummer en het bestandsnummer worden afgebeeld als [—] en het scherm wordt zwart. • Is dit een niet-standaard beeld, een beeld die bewerkt is m.b.v. een PC of een beeld die gemaakt is door een ander merk digitale camera? • Heeft u de batterij onmiddellijk na het maken van het beeld verwijderd of heeft u een beeld gemaakt m.b.v. een batterij met een lage resterende stroom? > Formatteer de gegevens om het hierboven genoemde beeld te wissen.
Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? > De TV-input instellen op extern. De displayzones op het TV scherm en de LCD-monitor van het toestel verschillen. • Afhankelijk van het TV-model, kunnen de beelden horizontaal of verticaal uitgetrokken zijn of kunnen ze afgebeeld worden met stukken van de rand eraf geknipt. Bewegende beelden kunnen niet op een TV afgespeeld worden.
Overige Overige Er werd per ongeluk een onleesbare taal gekozen. > Druk op [MENU/SET], kies het [SET-UP] menupictogram [ pictogram om de gewenste taal in te stellen. (P29) ] en kies dan het [~] Een rode lamp gaat soms aan wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt. • Op donkere plekken gaat de AF-lamp (P93) branden om gemakkelijker op het object scherp te stellen. De AF-lamp gaat niet aan. • Is [AF ASS.
Overige Het inzoomen stopt onmiddellijk. • Wanneer u de extra optische zoom gebruikt, zal de inzoomactie tijdelijk stoppen in de buurt van [W]. Dit is geen storing. Zoom gaat niet naar maximum vergroting. • Is het toestel ingesteld op macro-zoomfunctie? (P53) Maximum zoom tijdens macro zoomfunctie is 3k digitale zoom. De bestandsnummers zijn niet op volgorde opgenomen.
Overige Aantal mogelijke beelden en beschikbare opnametijd • Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.) • Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de onderwerpen.
Overige Aspectratio Beeldgrootte Kwaliteit Ingebouwd geheugen (Ongeveer 50 MB) Kaart 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 4 GB 6 GB 8 GB 12 GB 16 GB 32 GB ( Kaart 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 4 GB 6 GB 8 GB 12 GB 16 GB 32 GB ) ( ) A › A › A › 31 62 51 96 240 400 18 36 29 56 145 230 38 75 61 115 290 480 78 150 125 230 600 970 150 290 240 460 1170 1900 300 590 480 910 2320 3770 600 1180 970 1830 4640 7550 1220 2360 1920 3610 878
Overige Aspectratio Beeldgrootte Kwaliteit Ingebouwd geheugen (Ongeveer 50 MB) Kaart 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 4 GB 6 GB 8 GB 12 GB 16 GB 32 GB ¢1 W ( )¢1 ¢2 ( ) ( ) A › A › A › A › A › 13 26 16 33 18 37 27 52 47 91 7 15 9 19 10 21 15 30 27 53 15 32 19 40 22 45 32 63 57 105 33 65 41 81 46 92 66 125 115 220 65 125 80 155 91 180 130 250 220 430 125 250 160 310 180 350 250 500 450 860 250 510 320 630 360 710
Overige ∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen) Opname kwaliteitsinstelling Ingebouwd geheugen (Ongeveer 50 MB) Kaart 1 min 37 s j j 32 MB 16 s 17 s 56 s 64 MB 37 s 39 s 1 min 58 s 128 MB 1 min 18 s 1 min 22 s 4 min 256 MB 2 min 35 s 2 min 40 s 7 min 50 s 512 MB 5 min 10 s 5 min 20 s 15 min 40 s 1 GB 10 min 20 s 10 min 50 s 31 min 20 s 2 GB 21 min 20 s 22 min 10 s 1 h 4 min 4 GB 41 min 50 s 43 min 40 s 2 h 5 min 6 GB 57 min 1 h 6 min 3 h 11 min 8
• SDHC Logo is een handelsmerk. • QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt. • Microsoft product schermshot(s) herdrukt met toestemming van Microsoft Corporatie. • Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.