Operation Manual

68
Basiskennis
Een foto maken
Zet de modusknop van de drive op [ ] (enkel).
1
Selecteer de opnamemodus. (P84)
2
De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
A Lensopening
B Sluitertijd
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
weergegeven. (Het zal rood knipperen als de correcte
belichting niet bereikt wordt, tenzij de flitser ingesteld is.)
Als het beeld correct scherp gesteld is, zal de
foto gemaakt worden, omdat [Prio. focus/
ontspan] (P55) aanvankelijk op [FOCUS] gezet is.
¢
1 Wanneer de AF-functie ingesteld is op [ ], zou de eerste AF-zone waar de scherpstelling
op verkregen wordt tijdelijk afgebeeld kunnen worden tijdens het half indrukken.
¢2 Er zal een piep te horen zijn wanneer de scherpstelling voor het eerst verkregen
wordt tijdens het half indrukken.
Wanneer de helderheid onvoldoende is voor [AFF] of [AFC], zal de camera werken
alsof [AFS] ingesteld is. In dit geval zal de display veranderen naar de gele [AFS].
3
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
Focusmodus AFS
Focus
Wanneer er scherpgesteld
is op het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Aanduiding voor de
scherpstelling
C Aan Knippert
AF-zone D Groen
Geluid Biept 2 keer
Focusmodus AFF/AFC
Focus
Wanneer er scherpgesteld
is op het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Aanduiding voor de
scherpstelling
C Aan Knippert of Uit
AF-zone
D
Groen
¢1
Geluid
Biept 2 keer
¢2
60
60
602.8
2.8
2.8
AB
D
C