Operating Instructions

- 51 -
Opnemen
[Opname] functie: ·
Close-up’s maken ([Macro-AF]/[Macro zoom])
Druk op 4 [#].
Druk op 3/4 om een modus te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Aantekening
Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou
het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding
brandt.
Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder
breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het
scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het
toestel en het onderwerp daarom ver weg is, duurt het langer om erop scherp te stellen.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de
buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[]
([Macro-AF])
Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv.
wanneer u opnamen van bloemen maakt. U kunt opnamen
maken van een object tot op een afstand van 5 cm van de lens
door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten
(1k).
[ ] wordt weergegeven tijdens de AF-macrofunctie.
[]
([Macro zoom])
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de
afstand tot het onderwerp voor de extreme Breed-positie
behoudt (5 cm).
De beeldkwaliteit is slechter dan tijdens normale opname.
Het zoombereik zal afgebeeld worden in blauw. (digitaal
zoombereik)
De macrozoomfunctie kan niet gebruikt worden wanneer [ ] in
[AF mode] ingesteld is.
[ ] wordt weergegeven tijdens de macrozoomfunctie.
[OFF]
j