Operating Instructions

- 55 -
Opnemen
¢1 Dit kan alleen ingesteld worden wanneer de Intelligent Auto modus ingesteld is. De icoon
verandert, afhankelijk van het type onderwerp en de helderheid. (P31)
¢2 De flits wordt twee keer geactiveerd. Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits
geactiveerd is. Interval tot de tweede flits hangt af van de helderheid van het onderwerp.
[Rode-ogencorr] (P96) op het [Opname] menu is ingesteld op [ON], [ ] verschijnt op de
flitsicoon.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[] ([Auto]) De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor
de opnamecondities.
[]([Intelligent auto])
¢1
[]
([Auto/rode-og])
¢2
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor
de opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om
het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het
beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de
eigenlijke opname.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van
personen in slecht belichte omstandigheden.
[]
([Flitser altijd aan])
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw object
achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
[]
([Lngz. sync./rode-og])
¢2
Als u beelden maakt met een donker landschap op de
achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de
flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de
achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het
rode-ogeneffect.
Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van
personen op een donkere achtergrond.
[Œ]
([Gedwongen uit]
)
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar
het gebruik van een flits niet toegestaan is.