Operating Instructions

- 29 -
Basiskennis
Basiskennis
Opnamen maken
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en
de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
De statusindicator 3 gaat branden wanneer
u dit toestel aanzet 2. (Het gaat na
ongeveer 1 seconde weer uit.)
(1: Ontspanknop)
1 Het toestel voorzichtig vasthouden
met beide handen, armen stil
houden en uw benen een beetje
spreiden.
A Flits
B AF-lamp
C Wanneer u het toestel verticaal houdt
2 Richt de AF-zone op het punt
waarop u wenst scherp te stellen.
3 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen.
De focusaanduiding 2 wordt groen en de
AF-zone 1 wordt groen in de plaats van
wit.
(3: Lensopening, 4: Sluitersnelheid)
Het focusbereik is 50 cm tot .
Het onderwerp is niet scherp in de
volgende gevallen.
De focusaanduiding knippert (groen).
De AF-zone wordt rood of er is geen AF-
zone.
U hoort de focustoon 4 keer.
Als de afstand buiten het focusbereik valt,
kan het beeld onscherp zijn ook als de
aanduiding groen is.
4 Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
1/30F2.8