Operating Instructions
Gevorderd (Opname van opnamen)
- 88 -
Op [ ] drukken om het [OPNAME]
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P75)
Wanneer u beelden maakt op donkere
plaatsen met weinig licht, kunt u beelden
maken die helderder zijn dan normaal door
een instelling te selecteren die nog langzamer
is dan de langzaamste instelling van de
sluitertijd.
• De langzame sluitertijden die u kunt kiezen
zijn: [1/8 –], [1/4 –], [1/2–] en [1 –].
• Dit werkt als u heldere opnamen wilt maken
van zowel een nachtlandschap als een
object met [NACHTPORTRET] in de
scènefunctie.
• Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn
op [1/8 –] om opnamen te maken. (Wanneer
u een langzame sluitertijd kiest die niet
[1/8 –] is, verschijnt [ ] links onderaan op
de LCD-monitor.)
• Wanneer de sluitertijd langzamer gemaakt is
met [SLUITER LANG], kunt u
camerabeweging krijgen. We raden het
gebruik van een statief en van de
zelfontspanner aan.
• De langzame sluitertijd kan niet worden
ingesteld in de volgende gevallen
– In combinatie met [SPORT], [NACHTL.
SCHAP], [BABY1], [BABY2], [HUISDIER],
[HI-SPEED BURST], [STERRENHEMEL]
of [VUURWERK] in de scènefunctie.
– Wanneer [SLIMME ISO] is ingesteld.
Op [ ] drukken om het [OPNAME]
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P75)
Houd bij het selecteren van onderdelen
rekening met de opnamesituatie en uw beeld
van de opname.
• Wanneer u opnamen maakt op donkere
plekken kan er ruis zichtbaar worden. Om
ruis te voorkomen, raden wij aan
[KLEURFUNCTIE] in te stellen op
[NATURAL].
• U kunt [COOL] of [WARM] niet instellen in de
intelligente automatische functie [ ]. U
kunt [NATURAL] of [VIVID] ook niet instellen
in de bewegende-beeldenfunctie [ ].
• De intelligente automatische functie [ ] en
de bewegende-beeldenfunctie [ ] worden
apart van de andere opnamefuncties
ingesteld.
[SLUITER LANG]
Heldere opnamen maken op
donkere plekken.
Langzame slui-
tertijdinstelling
1/8– 1–
Helderheid
Donkerder Helderder
Beweging
Minder Meer
/SET
MENU
[KLEURFUNCTIE]
Een kleureffect en beeldkwaliteit
instellen voor de gemaakte
opname
[STANDARD] Dit is de standaard instelling.
[NATURAL] De opname wordt zachter.
[VIVID] De opname wordt scherper.
[B/W] Het beeld wordt zwart-wit.
[SEPIA] Het beeld wordt sepia.
[COOL] Het beeld wordt blauwachtig.
[WARM] Het beeld wordt roodachtig.
/SET
MENU