Operating Instructions

- 139 -
Opnemen
Ga naar P100 voor meer informatie.
Raadpleeg P88, 90 voor details.
Er wordt geadviseerd dit kenmerk ingeschakeld te laten om de mogelijkheid van beelden met
een slechte scherpte te minimaliseren.
[FOCUSPRIORITEIT] is buiten werking gesteld tijdens de opname van bewegend beeld.
[AF/AE VERGR.] [AE]/[AF]/[AF/AE]
[AE-VERGR.-VAST]
Hiermee wordt de werking van de [Fn1] knop ingesteld als u een
foto maakt met een vaste scherpstelling of belichting.
[OFF]: De scherpstelling en de belichting worden alleen
vastgezet als u op [Fn1] drukt. (P100)
Als u [Fn1] loslaat, zal AF/AE Lock gewist worden.
[ON]: De scherpstelling en de belichting blijven zelfs vast
staan als u [Fn1] loslaat nadat u erop gedrukt heeft.
Als u opnieuw op [Fn1] drukt, zullen AF/AE Lock
geannuleerdworden.
[DIRECT
FOCUSPUNT]
[OFF]/[ON]
[FOCUSPRIORITEIT]
Als deze wordt ingesteld, kunnen er geen opnamen worden
gemaakt als de opname niet scherp is.
[OFF]: Dit geeft voorrang aan het beste ogenblik om een
opname te maken zodat u een opname kunt maken
als u de ontspanknop helemaal indrukt.
[ON]: U kunt geen opname maken zolang het object niet is
scherpgesteld.
[SLUITER-FOCUS]
Instellen of de focus wel of niet automatisch bijgesteld wordt als
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
[OFF]/[ON]