Operating Instructions

Afspelen/Bewerken
- 148 -
Het functiemenu [AFSPELEN] gebruiken
U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te
spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz.
Met [TEKST AFDR.], [NW. RS.], [BIJSNIJD.] of [ASPECT CONV.] wordt er een nieuw bewerkt
beeld gecreëerd. Een nieuw beeld kan niet gecreëerd worden als er geen vrije ruimte is op de
kaart, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan het beeld te bewerken.
Er kan tussen de afspeelmethoden voor 3D-beelden geschakeld worden.
Dit is een menu dat alleen weergegeven kan worden als de 3D-weergave mogelijk is.
Raadpleeg P166 voor details.
U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit
doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden.
U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die opgemaakt is uit alleen foto’s, alleen
video’s, alleen 3D-beelden, enz.
We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het
toestel aan een TV.
1 Selecteer [DIASHOW] in het [AFSPELEN] -functiemenu. (P56)
2 Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Raadpleeg P166 voor de manier van afspelen van [3D]-beelden
in 3D.
Tijdens [CATEGORIESELECTIE], op 3/4/2/1 drukken om
een categorie te selecteren en dan op [MENU/SET] drukken om
verder te gaan met stap
3.
Voor details over categorieën, P150 raadplegen.
3 Druk op 3, selecteer [START] en druk vervolgens op [MENU/SET].
4 Druk op 4 om de diavoorstelling te beëindigen.
Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt.
[2D/3D-INST.]
[DIASHOW]