Operating Instructions

Afspelen/Bewerken
- 156 -
U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
1 Selecteer [BIJSNIJD.] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P56)
2 Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [ÉÉN IN BURST GROEP] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
De burst-beeldengroep kan niet bewerkt worden met [ENKEL]. Gebruik [ÉÉN IN BURST
GROEP] (P146).
3 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
4 Gebruik de functieknop op de achterkant en druk op 3/4/2/1 om de door te
knippen delen te selecteren.
5 Op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [JA]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
De beeldkwaliteit van het geknipte beeld zal slechter worden.
Beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn, kunnen wellicht niet geknipt worden.
[BIJSNIJD.] is onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
Bewegende beelden
Beelden afgedrukt met [TEKST AFDR.]
Beelden die gemaakt zijn met [ ], [ ] of [ ]
Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar
beelden die [BIJSNIJD.] ondergaan hebben.
[BIJSNIJD.]
Functieknop (rechts) achterop: Vergroting
Functieknop (links) achterop: Verkleining
3/4/2/1: Verplaats