Operating Instructions

Afspelen/Bewerken
- 162 -
U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk
gewist kunnen worden.
1 Selecteer [BEVEILIGEN] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P56)
2 Op 3/4 drukken om [ENKEL] of [MULTI] te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
Het gezamenlijk bewerken in een groepseenheid is mogelijk door een beeld met een
burst-icoon te selecteren [˜].
Voor [ÉÉN IN BURST GROEP] en [MEER IN BURST GROEP] raadpleegt u P146.
Alle [BEVEILIGEN] instellingen annuleren
1 Selecteer [BEVEILIGEN] op het [AFSPELEN] functiemenu.
2 Op 3/4 drukken om [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [JA]
geselecteerd wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Aantekening
Het kenmerk [BEVEILIGEN] is alleen aanwezig om met dit toestel te werken.
Zelfs als u beelden op een kaart beveiligt, worden ze gewist wanneer de kaart wordt
geformatteerd.
Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden wanneer de
Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK].
[BEVEILIGEN]
3
Selecteer het beeld en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Wanneer [MULTI] geselecteerd is
Deze stappen herhalen voor elk beeld.
De instellingen worden geannuleerd
wanneer er opnieuw op [MENU/SET]
gedrukt wordt.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
[ENKEL] [MULTI]
Op 2/1 drukken om
het beeld te kiezen.
Druk op 3/4/2/1
om de beelden te
selecteren.