Operating Instructions

- 41 -
Basiskennis
De helderheid en de kleur die optimaal ingesteld zijn door de camera kunnen gemakkelijk
afgesteld worden op uw voorkeuren.
Deze functie is handig voor diegenen die graag de instellingen die door de camera
gemaakt zijn overeen willen doen komen met hun eigen voorkeuren maar liever niet met
gedetailleerde instellingen aan de slag gaan.
Druk op [MENU/SET] wanneer u zich in de
Intelligente Automatische functie bevindt.
Kies [iA MODE] en druk dan op [MENU/SET].
Op 1 drukken om [ ] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
Druk op de functieknop achterop om het
instellingenscherm af te beelden.
Elke keer dat u op de functieknop achterop drukt wordt
er geschakeld tussen de helderheidinstelling, de
Defocus Control (P42) en de eindoperatie.
2 Raak de schuifbalk aan om in te stellen.
De instelling kan ook uitgevoerd worden door aan de
knop op de achterkant te draaien.
1 Druk op 1 ( ) om het instellingscherm af te
beelden.
2 Raak de schuifbalk aan om in te stellen.
Dit zal de kleur van het beeld van rood naar blauw
afstellen.
De instelling kan ook uitgevoerd worden door aan de
knop op de achterkant te draaien.
Aantekening
Het is tevens mogelijk een foto te maken door [ ] aan te raken.
De ingestelde helderheid en kleur zullen terugkeren naar de standaardinstelling (middenpunt)
wanneer de aan-/uit-schakelaar op [OFF] gezet wordt of de camera geschakeld wordt naar een
andere Opnamefunctie.
Opnemen m.b.v. Intelligente Automatische Plusfunctie
Instelling helderheid
Kleurinstelling