Operating Instructions

- 75 -
Opnemen
Als de afstand tot het onderwerp kort is wanneer u een foto maakt m.b.v. een flits, wordt een
gedeelte van het gemaakte beeld donker omdat het licht van de flits geblokkeerd wordt door de
lens of het valt buiten het flitsbereik. Controleer de afstand naar het onderwerp wanneer u een
foto maakt. De afstand tot het onderwerp waar het licht van de flits geblokkeerd is, is
afhankelijk van de lens die gebruikt wordt.
Als de verwisselbare lens (H-FS014042) bevestigd wordt:
50 cm of minder (Breed)/30 cm of minder (Tele)
Als de verwisselbare lens (H-FS045200) bevestigd wordt:
1,0 m of minder
Als de verwisselbare lens (H-PS14042) bevestigd wordt:
30 cm of minder (Breed)/30 cm of minder (Tele)
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 Dit wordt 60 seconden in de sluitertijdprioriteit AE-functie.
¢2 Dit wordt 60 seconden in de sluitertijdprioriteit AE-functie en B (Bol) in de handmatige
belichtingsfunctie.
¢3 Dit wordt B (Bol) in de functie handmatige belichting.
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/160
van een seconde.
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
Aantekening
Zet de flits niet te dicht bij objecten en sluit de flits niet als hij moet werken. De kleur van de
objecten kan vervormd worden door de hitte of het flitslicht.
Sluit de flits niet meteen weer aan nadat deze gewerkt heeft omdat er opnamen gemaakt zijn
met AUTO/Rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt problemen.
Geflitste foto’s die dichterbij of buiten het bereik van de flitser genomen worden, kunnen te
helder of te donker blijken te zijn.
U moet even wachten voordat u de volgende foto neemt als de flitsicoon ROOD knippert om
aan te geven dat de flitser aan het laden is.
Als u een foto buiten het beschikbare flitsbereik neemt kan het zijn dat de witbalans onjuist
ingesteld wordt.
Wanneer u bepaalde lenzen gebruikt, zou er licht van de flitser geblokkeerd kunnen
worden of het er niet in kunnen slagen het zichtveld van de lens te dekken en dit kan
ervoor zorgen dat er donkere zones verschijnen in de hieruit voortkomende beelden.
Als u flitsopnamen maakt terwijl de lensbescherming op de camera zit, kan het onderste
gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat
deze bedekt wordt door de lensbescherming. Verwijder in dit geval de lensbescherming.
Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Als u een externe flitser op het toestel plaats, krijgt deze voorrang boven de ingebouwde flitser.
Ga naar P182 voor informatie over een externe flitser.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/60
¢1
tot 1/4000e 1 tot 1/4000e
1/60
¢2
tot 1/160e Π60
¢3
tot 1/4000e