Operating Instructions

Opnemen
- 86 -
Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden scherpgesteld. Dit is doeltreffend wanneer
het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone is gelijk aan de instelling van de beeldverhouding)
Aantekening
De 23 AF-zones kunnen in 9 zones onderverdeeld worden en de zone waarop men wilt
scherpstellen kan ingesteld worden. (P87)
Wanneer deze ingesteld is op [ ] tijdens de opname van bewegend beeld, zal deze naar
Meervoudige automatische focusfunctie voor bewegende beelden schakelen.
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
Aantekening
De positie en de maat van de AF-zone kunnen veranderd worden. (P87)
Wanneer het onderwerp zich niet in het midden bevindt van de samenstelling in [Ø], kunt u
het onderwerp in de AF-zone brengen, de scherpstelling en de belichting vaststellen door de
sluitertijd tot de helft in te drukken, het toestel verplaatsen naar de samenstelling die u wilt
terwijl u de ontspanknop tot de helft ingedrukt houdt en dan het beeld maken. (Alleen als de
[FOCUSFUNCTIE] op [AFS] gezet is.)
U kunt een preciezere focus verkrijgen op een punt dat kleiner is dan [Ø]. U kunt de
focuspositie precies instellen door het scherm te vergroten.
1 Raak het onderwerp aan.
Het hulpscherm voor het instellen van de focuspositie wordt
vergroot tot ongeveer 5 keer de originele grootte.
2 Versleep het scherm om het onderwerp op het kruispunt
van het kruisdraad in het midden van het scherm uit te
lijnen.
Het is ook mogelijk om de focuspositie met de cursorknop te
bewegen.
Door op [ ] te drukken, keert de focuspositie terug naar de middenpositie.
Aantekening
Door de ontspanknop tot de helft in te drukken wordt het scherm afgebeeld waar de
focuspositie die ongeveer tot 5 keer de originele grootte vergroot is te controleren.
Op het hulpscherm is het tevens mogelijk een foto te maken door [ ] aan te raken.
Het hulpscherm kan tevens afgebeeld worden door op 2 te drukken, [ ] te selecteren en op
4 te drukken om het instelscherm van de vergrootte positie af te beelden en vervolgens de
vergrootte positie te selecteren m.b.v. de cursorknoppen en op [MENU/SET] te drukken.
De grootte van de afgebeelde AF-zone wanneer de camera de focus verkregen heeft kan
veranderen afhankelijk van het onderwerp.
In de volgende gevallen, werkt [ ] als [Ø]
Wanneer u bewegende beelden opneemt
Over [ ] (23-zonefocussing)
Over [Ø] (1-zonefocussing)
Over [ ] (Pinpoint)