Operating Instructions

- 91 -
Opnemen
1 Stel scherp op het onderwerp door aan
de focusring te draaien.
2 Draai er nog een beetje aan.
3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de
tegenovergestelde richting te draaien.
Aantekening
Met de verwisselbare lens (H-PS14042) kunt u scherpstellen d.m.v. het verplaatsen van het
focushendeltje i.p.v. de focusring.
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
Na het wissen van de Slaapfunctie opnieuw op het onderwerp scherpstellen.
Als u close-ups maakt
Wij raden aan een statief en de zelfontspanner (P81) te gebruiken.
Het effectieve focusbereik (velddiepte) is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand
tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er
opnieuw op scherp te stellen.
De scherpte op de buitenkanten van het beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
Technieken voor handmatig scherpstellen
Over de referentiemarkering van de focusafstand
De referentiemarkering van de focusafstand is
een markering die gebruikt wordt om de
focusafstand te meten.
Gebruik dit voor opnamen met manueel
scherpstellen of close-ups.
A Referentieteken focusafstand
B Referentielijn focusafstand
C 0,3 m [Als de verwisselbare lens (H-FS014042)
gebruikt wordt]
D 1,0 m [Als de verwisselbare lens (H-FS045200)
gebruikt wordt]
E 0,2 m [Als de verwisselbare lens (H-PS14042),
Breed tot brandpuntlengte 20 mm gebruikt wordt]
F 0,3 m [Als de verwisselbare lens (H-PS14042),
brandpuntlengte 21 mm tot Tele gebruikt wordt]
Focusbereik