Operating Instructions

- 42 -
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligent Auto Modus)
Opnamefunctie:
In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène, dus
wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder erover na
te moeten denken.
Druk op [¦].
De camera zal schakelen naar ofwel de meest recentelijk
gebruikte van de Intelligente Automatische Functie ofwel
Intelligente Automatische Plusfunctie. (P46) Op het moment van
aankoop, is de functie ingesteld op Intelligente Automatische
Functie.
De [¦]-knop zal gaan branden wanneer naar de Intelligent Auto modus geschakeld wordt (het
lampje gaat uit tijdens de opname).
De [¦]-knop wordt uitgeschakeld als er opnieuw op gedrukt wordt en wordt op de [Opname] gezet
die met de functieknop geselecteerd is.
De Defocus Control kan ingesteld worden door [ ] op het opnamescherm aan te raken en
vervolgens [ ] aan te raken. (P48)
Als het onderwerp aangeraakt wordt, werkt AF Tracking. Het is ook mogelijk door de cursorknop
naar 2 te duwen en de sluiterknop tot halverwege in te drukken. Raadpleeg voor details P97.