Operating Instructions

- 89 -
Opnemen
Opnamen maken met de burstfunctie
Toepasbare modussen:
Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt.
Foto’s die met burst-snelheid [SH] genomen worden, zullen als een enkele burst-groep
opgenomen worden (P173).
1
Op 4 ( ) drukken.
2
Raak de burst-icoon ([ ] aan, enz.).
3
Raak de burst-snelheid aan.
¢1 Aantal mogelijke opnamen
¢2 Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zou het aantal frames in een burst verminderd
kunnen worden. (Bijvoorbeeld wanneer [I.resolutie] van het opnamemenu ingesteld is op
[EXTENDED], kan het aantal frames in een burst verminderd worden)
¢
3 Beelden kunnen gemaakt worden tot het vermogen van de kaart zijn grens bereikt. De
burstsnelheid zal echter halverwege langzamer worden. De exacte timing van dit is afhankelijk van
de aspectratio, de beeldgrootte, de instelling voor de kwaliteit en het type kaart die gebruikt worden.
De burstsnelheid kan lager worden afhankelijk van de volgende instellingen.
[Fotoresolutie] (P149)/[Kwaliteit] (P150)/[Gevoeligheid] (P111)/[Focusfunctie] (P36)/
[Focusprioriteit] (P167)
De burst-snelheid kan ook ingesteld worden met [Burstsnelh.] in het [Opname]-menu.
Raadpleeg P150 voor informatie over RAW-bestanden.
[SH]
(Superhoge
snelheid)
[H]
(Hoge snelheid)
[M]
(Mediumsnelheid)
[L]
(Lage snelheid)
Burstsnelheid
(opnamen/seconde)
20 6 3,7 2
Live View tijdens Burstfunctie
Geen Geen Beschikbaar Beschikbaar
¢1
Met RAW-bestanden
9
¢
2, 3
Zonder RAW-bestanden
Max. 40
Afhankelijk van de capaciteit van de kaart
¢3
10
31/3
SH
HH
H
M
LV
L
LV
,QVW
10
31/3
SH
H
HH
M
LV
L
LV
,QVW