Operating Instructions

VQT2G51
180
Overige
Het onderwerp ligt buiten het focusbereik van het toestel. (P44)
Er is camerabeweging (golfstoring) of het onderwerp beweegt enigszins. (P47)
Staat [FOCUSPRIORITEIT] in het [VOORKEUZE MENU]-menu op [OFF]? (P128)
In dit geval kan het beeld onscherp zijn ook als [AFS] of [AFC] in de scherpstellingfunctie staan.
Is de AF-vergrendeling (P75) op de juiste wijze toegepast?
De sluitertijd wordt trager en de optische beeldstabilisatorfunctie werkt mogelijk vooral niet
goed wanneer u opnamen op donkere plaatsen maakt.
> We raden aan het toestel stevig vast te houden met beide handen wanneer u beelden
maakt. (P36)
> Wij raden aan een statief en de zelfontspanner (P68) te gebruiken wanneer u opnamen
maakt met een langzame sluitertijd.
Gebruikt u een lens die de stabilisatorfunctie gebruikt? (P17)
Is het aantal opneembare beelden 2 of minder?
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam?
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal
er, wanneer u binnenshuis beelden enz. maakt, ruis optreden.)
> Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P79)
> Verhoog de instelling voor [RUISREDUCTIE] in [OPN. MODE] of verlaag de instelling voor
alle items behalve [RUISREDUCTIE]. (P82)
> Beelden op heldere plekken maken.
> Zet de [LANG SL.N.RED] op [ON]. (P121)
Als u opneemt onder fluorlicht kunnen helderheid en tinten lichtjes verschillen als de sluitertijd
korter wordt. Dit is kenmerkend voor beelden met fluorlicht en is geen storing van het toestel.
Dit is een kenmerk van MOS-sensors die dienst doen als de oppaksensors van het toestel. Dit
doet zich voor wanneer het onderwerp een helder gedeelte heeft. Er zou zich wat oneffenheid
voor kunnen doen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Dit wordt opgenomen in bewegende beelden maar wordt niet opgenomen op stilstaande
beelden.
Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het scherm niet bloot te stelen aan
zonlicht of een andere bron van fel licht.
Dit zou een inactieve pixel kunnen zijn. Voer de [PIXELVERBETER.] (P130) in het
[VOORKEUZE MENU] uit.
Het object is niet goed scherp.
Het opgenomen beeld is wazig.
De optische beeldstabiliseerder is niet effectief.
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt met behulp van witbalansbracket.
Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit.
Er verschijnt ruis op het beeld.
De helderheid of tint van het opgenomen beeld verschilt van het echte.
Er verschijnen roodachtige horizontale strepen op de LCD-monitor tijdens de
opname.
Er wordt een helder punt dat zich niet in het onderwerp bevindt opgenomen.
DMC-GF1C&GF1EG-VQT2G51_dut.book 180 ページ 2009年9月1日 火曜日 午後8時10分