Operating Instructions
VQT2G51
74
Gevorderd (Opname van beelden)
∫ Technieken voor handmatig scherpstellen
1 Stel scherp op het onderwerp door aan de
focusring te draaien.
2 Draai er nog een beetje aan.
3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de
tegenovergestelde richting te draaien.
∫ Over de referentiemarkering van de focusafstand
De referentiemarkering van de
focusafstand is een markering
die gebruikt wordt om de
focusafstand te meten.
Gebruik dit voor opnamen met
manueel scherpstellen of
close-ups.
A Referentieteken van de
scherpstelafstand (Met de
flitser gesloten)
B Referentielijn focusafstand
C 20 cm (Wanneer 20 mm/F1.7
lens die bij DMC-GF1C zit
gebruikt wordt)
D 30 cm (Wanneer de bij de
DMC-GF1K behorende
14-45 -mm/F3.5-5.6 lens
wordt gebruikt)
• Als u close-ups maakt
– Wij raden aan een statief en de zelfontspanner (P68) te gebruiken.
– Het effectieve focusbereik (velddiepte) is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand
tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er
opnieuw op scherp te stellen.
– De scherpte op de buitenkanten van het beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
Aantekening
• Wanneer de MF-assist gestart wordt door 2, zal de MF-assist afgebeeld blijven worden zelfs
nadat er 10 seconden voorbijgegaan zijn zonder dat de focusring of 3/4/2/1 gehanteerd
worden.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
• De MF-assist verschijnt niet wanneer u de digitale zoom gebruikt of bewegend beeld opneemt.
• Zelfs als 2 in de My Color-functie wordt ingedrukt, wordt het MF Assist-scherm niet
weergegeven.
• Annuleer de energiebesparingsfunctie en stel dan opnieuw scherp.
DMC-GF1C&GF1EG-VQT2G51_dut.book 74 ページ 2009年9月1日 火曜日 午後8時10分










