Operating Instructions

VQT2G51
80
Gevorderd (Opname van beelden)
¢ Als [ISO-LIMIET] van het [OPNAME]-menu (P121) op iets anders dan [OFF] wordt
gezet, wordt het automatisch ingesteld binnen de waarde die is ingesteld in
[ISO-LIMIET].
Het wordt als volgt ingesteld als [ISO-LIMIET] op [OFF] staat.
Wanneer [AUTO] geselecteerd is, is ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld afhankelijk
van de helderheid binnen een maximuminstelling van [ISO400].
In [ ] wordt de ISO-gevoeligheid automatisch aangepast op basis van de helderheid
binnen de maximale instelling van [ISO800]. ([ISO400] als de flitser wordt gebruikt)
De ISO-gevoeligheid zal ingesteld worden op [AUTO] wanneer u bewegende beelden maakt.
Tevens zal de [ISO-LIMIET] niet werken.
Over [ ] (slimme ISO-gevoeligheidscorrectie)
Het toestel stelt automatisch de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in om bij de
beweging te passen van het onderwerp en helderheid van de scène om de golfstoring van
het onderwerp te minimaliseren.
De sluitertijd is niet vastgesteld wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt. Deze
verandert continu om zich aan te passen aan de beweging van het onderwerp totdat de
ontspanknop helemaal ingedrukt wordt. Bevestig de eigenlijke sluitertijd op de
informatiedisplay om de opname terug te laten spelen.
Aantekening
Hoe hoger de waarde die ingesteld is voor de ISO-gevoeligheid, hoe meer golfstoring
gereduceerd wordt maar hoe groter de hoeveelheid opnameruis is.
Raadpleeg P61 voor het flitsbereik.
Afhankelijk van de helderheid en de snelheid waarmee het onderwerp beweegt, kan jitter
(beeldvervorming) mogelijk niet worden voorkomen, zelfs niet als [ ] wordt geselecteerd.
Bewegingen zouden niet opgemerkt kunnen worden wanneer een bewegend onderwerp klein
is, wanneer een bewegend onderwerp zich aan de rand bevindt van het scherm of wanneer
een onderwerp bewogen wordt/zich beweegt op het precieze moment wanneer de
ontspanknop helemaal ingedrukt wordt.
De instelling wordt in de onderstaande gevallen gefixeerd op [ ].
In [SPORT], [BABY1]/[BABY2] en [HUISDIER] in de scènefunctie.
Programmawisseling kan niet worden geactiveerd als de ISO-gevoeligheid op [ ] is
ingesteld.
U kunt [ ] niet selecteren in de sluitertijdprioriteit AE-functie en in de functie handmatige
belichting. In de functie handmatige belichting kunt u ook [AUTO] niet selecteren.
Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan een lagere ISO-gevoeligheid te gebruiken door
[RUISREDUCTIE] in de [OPN. MODE] richting [_] te draaien of door alle items behalve
[RUISREDUCTIE] richting [`] te draaien voor het maken van opnamen. (P82)
Het toestel zal niet in staat te zijn te werken met 3/4/2/1 als de [DIRECT AF GEB.] (P128)
ingesteld is op [ON]. Instellen m.b.v. het Snelle Menu (P29).
ISO-gevoeligheid
Instellingen
AUTO
¢
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis
van de helderheid.
¢
(Intelligent)
De ISO-gevoeligheid wordt aangepast op basis van de
beweging van het onderwerp en de helderheid.
100/200/400/800/1600/3200
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende
standen.
(Als de [ISO VERHOGING] in het [OPNAME]-menu
(P122) op [1/3 EV] wordt gezet, gaan de items met
betrekking tot de ISO-gevoeligheid omhoog.)
DMC-GF1C&GF1EG-VQT2G51_dut.book 80 ページ 2009年9月1日 火曜日 午後8時10分