Operating instructions

107
4. Instellingen van focus en sluiter (Drive-modus)
Opnamen maken met handmatig scherpstellen
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens
en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1
Zet de hendel van de focusmodus op [MF].
2
Druk op [].
Druk op de functieknop waar [AF mode/MF] in [Fn
knopinstelling] (P317) aan toegekend is (op het moment
van aankoop toegekend aan [ ]/[Fn3])
3
Druk op 3/4/2/1 om de te vergroten zone
vast te stellen en druk op [MENU/SET].
Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone
vergroot (MF Assist) (P308)
Toepasbare modi:
De handelingen die gebruikt worden om handmatig scherp te stellen variëren
afhankelijk van de lens.
Gebruik van de onderling verwisselbare lens
(
H-HS12035/H-FS14140
) met een focusring
Gebruik van de onderling verwisselbare
lens met een focushendel
Draai naar A kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Draai naar B kant:
Stelt scherp op een
onderwerp ver weg
Verplaats naar C
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp dichtbij
Verplaats naar D
kant:
Stelt scherp op een
onderwerp ver weg
De scherpstelsnelheid varieert afhankelijk
van hoe ver u de focushendel verplaatst.
Gebruik van een onderling verwisselbare lens zonder focusring
Druk op 2: Stelt scherp op onderwerpen dichtbij
Druk op 1: Stelt scherp op onderwerpen ver weg
A Schuifbalk
Deze handelingen zijn alleen mogelijk op het
scherm voor het instellen van de scherpstelling.
Door op 2/1 te drukken en te blijven drukken, zal
de focussnelheid vergroot worden.
Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door
de schuifbalk te verslepen.
A
B
C
D
AF
+
A
AFC
MF
AFS/
AFF