Operating instructions

Voorbereiding
- 15 -
3
1
: Sluit de aansluiting voor de batterij
of de kaart.
2
: Schuif het kaart/batterijklepje naar
het einde en sluit het stevig.
Als het kaartklepje niet helemaal dichtgaat,
verwijder de kaart dan, controleer de
kaartrichting en plaats hem opnieuw.
Opmerking
Voordat u de kaart of batterijen verwijdert, schakelt u de camera uit en wacht u tot de
statusindicator volledig uit is gegaan. (Anders functioneert het apparaat mogelijk niet
langer normaal en kan de kaart zelf beschadigd raken of kunnen de gemaakte foto’s
verloren gaan.)
Verwijder de batterij na gebruik. Batterijen kunnen snel warm worden nadat u het toestel
heeft aangezet. Zet de camera uit en wacht tot de temperatuur van de batterijen afneemt
of verwijder ze.
Gebruik altijd twee nieuwe batterijen van hetzelfde type als u batterijen verwisselt.