Operating instructions

Geavanceerd opnemen
- 50 -
Sluitertijd voor elke itsinstelling
Flitserinstelling Sluitertijd (in sec.)
q
: AUTO 1/30 tot 1/2000
@
: AUTO/Rode-ogenreductie 1/30 tot 1/2000
t
: Flits altijd AAN
`
: Flits altijd AAN/Rode-ogenreductie
1/30 tot 1/2000
[
: Lngz. sy./Rode-og 1 of 1/8 tot 1/2000
1
o
: Gedwongen UIT
1 of 1/8 tot 1/2000
2
1 of 1/4 tot 1/2000
3
1
De sluitertijd verandert, afhankelijk van de instellingen van [STABILISATIE].
2
Wanneer [i.AUTO] is ingesteld
3
[SPORT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER] in scènemodus
De sluitertijd bereikt het maximum van 1 seconde voor
1,
2 en
3 wanneer:
De optische beeldstabilisatie [OFF] is
Als de optische beeldstabilisatie is ingesteld, zorgt de camera dat er een minimale kans is
op wazig beeld.
In intelligent auto-modus verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdenticeerde scène.
Opmerking
Breng de itser niet te dicht bij objecten of sluit de itser niet terwijl deze is geactiveerd. De
objecten kunnen worden verkleurd door de warmte of de belichting van de itser.
Als de itser is geladen, gaat het LCD-scherm uit en kunt u geen foto’s maken. De
statusindicator licht op.
Als de batterij bijna leeg is, kan het scherm een langere periode worden uitgeschakeld.
Als u een foto neemt buiten het beschikbare bereik van de itser, wordt de belichting
misschien niet correct ingesteld en kan de foto te helder of te donker worden.
De witbalans kan niet juist worden ingesteld als de fotoitser niet voldoende is.
Bij een snelle sluitertijd kan het itseffect onvoldoende zijn.
Het kan even duren voordat de itser is opgeladen als u snel achter elkaar foto’s maakt. Neem
pas een foto nadat de kaartaanduiding verdwijnt.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt afhankelijk van de persoon. Als de persoon op
een grote afstand van de camera staat of niet naar de eerste its heeft gekeken, zal het effect
mogelijk niet zo opvallend zijn.