Operating instructions

Geavanceerd opnemen
- 54 -
Foto’s maken die overeenkomen met de scène die
wordt opgenomen
(scènemodus)
Opnamemodus:
5
Wanneer u een scènemodus selecteert die past bij het onderwerp en de opnamesituatie, stelt
de camera de optimale belichting en kleur in om de gewenste foto te verkrijgen.
1
Zet de schakelaar voor opname/afspelen op [
1
].
2
Druk op [MODE] om het modusselectiescherm
weer te geven.
3
Druk op
e
/
r
om [SCÈNE MODE] te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
4
Druk op
e
/
r
/
w
/
q
om de scenemodus te selecteren.
U kunt vanuit elk menu-item schakelen naar andere
menuschermen door de zoomhendel te draaien.
5
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de geselecteerde
scènemodus.
Afhankelijk van de scènemodus verschijnt het instelscherm.
Scenemodus help [
6
INFORMATIE]
Om uitleg over de scènemodi te zien drukt u op [DISPLAY] als een
scènemodus is geselecteerd in stap
4
. Druk opnieuw om naar het
scènemodus scherm te gaan.
Opmerking
Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [MENU/SET] en
q
en voert u vervolgens stap
4
en
5
hierboven uit.
Zie
P50 voor de sluitertijd.
De itserinstellingen worden teruggezet in de oorspronkelijke instellingen als u een andere
scènemodus kiest.
De kleur van de foto kan er vreemd uitzien als u een scènemodus gebruikt die ongeschikt is
voor de opname.
De volgende functies kunnen niet worden ingesteld in de scènemodus.
[GEVOELIGHEID]/[KLEURFUNCTIE]