Operating instructions

Geavanceerd opnemen
- 73 -
h
[KWALITEIT]
Zie voor meer informatie over de instellingen van het menu [OPNAME] P21.
Stel de compressieverhouding in waarop de foto’s moeten worden opgeslagen.
Instellingen waarvoor deze gelden:
1
5
[
h
]: Fijn (wanneer u de kwaliteit van de foto het belangrijkst vindt)
[
8
]: Standaard (wanneer u het aantal foto’s dat u kunt maken, het belangrijkst vindt en het
aantal pixels niet wilt veranderen)
Opmerking
Zie P134 voor informatie over het aantal te maken foto’s.
j
[GEVOELIGHEID]
Zie voor meer informatie over de instellingen van het menu [OPNAME] P21.
ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid in een waarde weer. Als u de ISO-gevoeligheid
hoger instelt, wordt de camera beter geschikter voor opnames op donkere plekken.
Instellingen waarvoor deze gelden:
1
[i.AUTO]/[80]/[100]/[200]/[400]/[800]/[1600]
ISO-gevoeligheid 80 1600
Opnamelocatie (aanbevolen) Wanneer het licht is (buiten) Wanneer het donker is
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Meer
Opmerking
Wanneer u de camera instelt op [i.AUTO], neemt deze beweging van het onderwerp waar en
stelt deze vervolgens de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in afhankelijk van de mate
van beweging en de hoeveelheid licht op het onderwerp.
De ISO-gevoeligheid schakelt automatisch om tussen [ISO1600] en [ISO6400] in [H.
GEVOELIGH.] modus.
Om beeldruis te voorkomen raden we aan de ISO-gevoeligheid of instelling van
[KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] te zetten. (P79)