Operating instructions

Geavanceerd opnemen
- 75 -
Automatische witbalans (AWB)
Afhankelijk van de omstandigheden bij het maken van foto’s kunnen deze een rood- of
blauwzweem krijgen. Ook kan als er verschillende lichtbronnen worden gebruikt en er nergens
een kleur is die in de buurt komt van wit, de automatische witbalans niet goed functioneren. Stel
in dergelijke gevallen de witbalans in op een andere stand dan [AWB].
1)
2)
4)
6)
7)
8)
9)
10)
3)
5)
1 Het bereik wordt bepaald door de modus voor
automatische aanpassing van de witbalans van
deze camera
2 Blauwe hemel
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 TV-scherm
6 Zonlicht
7 Wit TL-licht
8 Gloeilamp
9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
K=Kelvin kleurtemperatuur
Handmatig instellen van de witbalans (Wit instellen
n
)
1 Selecteer [
n
] en druk vervolgens op [MENU/SET].
2 Richt de camera op een vel wit papier of iets dergelijks,
zodat het kader in het midden alleen wordt gevuld met het
witte object en druk vervolgens op [MENU/SET].
3 Selecteer na het instellen [
b
].
Opmerking
De witbalansinstelling blijft bewaard, zelfs als u de camera uitschakelt. Als u echter een
andere scènemodus kiest, keert de witbalansinstelling terug naar [AWB].
[WITBALANS] wordt vastgezet op [AWB] in de volgende scènemodi.
[LANDSCHAP], [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [PARTY],
[KAARSLICHT], [ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [STRAND],
[SNEEUW] en [LUCHTFOTO] in de [SCÈNE MODE].