Operating instructions

Geavanceerd opnemen
- 77 -
[
3
] (Gezichtsdetectie)
De volgende AF-gebiedskaders worden weergegeven als de camera de gezichten waarneemt.
Geel:
wanneer de ontspanner half wordt ingedrukt, wordt het frame groen wanneer de camera scherp
heeft gesteld.
Wit:
Verschijnt wanneer meer dan één gezicht is gedetecteerd. Er wordt ook scherpgesteld op
andere gezichten die zich op ongeveer dezelfde afstand bevinden als de gezichten in de gele
AF zones.
Onder bepaalde fotograeomstandigheden, waaronder de volgende, werkt de gezichtsherken
ningsfunctie mogelijk niet, zodat gezichten niet kunnen worden waargenomen. [AF MODE] is
geschakeld naar [
\
].
Als het gezicht niet naar de camera wordt gericht
Als het gezicht in een hoek naar de camera staat
Wanneer het gezicht zeer helder of donker is
Als er weinig contrast is op de gezichten
Als de gezichtskenmerken zijn verborgen achter een zonnebril enzovoort.
Wanneer het gezicht klein is op het scherm
Bij snelle bewegingen
Wanneer het onderwerp geen mens is
Als de camera trilt
Bij gebruik van de digitale zoom
Opmerking
Wanneer meerdere AF-gebieden (max. 9 gebieden) tegelijk oplichten, zal de camera
scherpstellen om alle AF-gebieden. Als u de scherpstelpositie wilt bepalen om foto’s te
maken, schakelt u de AF-modus naar 1-zone-scherpstellen.
In 9-zone-scherpstellen worden de AF-gebieden pas weergegeven als de camera is
scherpgesteld op een onderwerp.
De camera kan mogelijk gezichten detecteren bij andere onderwerpen dan personen. Schakel
in dit geval de AF-modus naar een andere positie dan [
3
] en maak vervolgens de foto.
De AF-modus kan in de scènemodus niet worden ingesteld op [VUURWERK].
In de volgende gevallen kan [
3
] niet worden ingesteld.
In [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [STERRENHEMEL] en [LUCHTFOTO] in de
scènemodus.