Operating Instructions
38 VQT3E53 VQT3E53 39
Foto’s maken met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[Scènemode]
Opnamemodus:
Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote
verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). Afhankelijk
van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
Onderbelicht Optimale belichting Overbelicht
Plusrichting Minrichting
●
Na het bijregelen van de belichting zal de compensatiewaarde ( bijvoorbeeld)
worden aangegeven.
●
De belichtingscompensatie die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera is
uitgeschakeld.
Geef [Belichting] weer
Selecteer een waarde
Geen compensatie
Met [Scènemode] kunt u fotograferen met optimale instellingen voor specifieke scènes
(belichting, kleur enzovoort).
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer [Scènemode]
Kies de scènefunctie en stel deze in
●
Scènemenu
●
Wanneer u een scènemodus kiest die niet geschikt is voor de feitelijke scène kan dit de
kleur van uw foto’s beïnvloeden.
●
De volgende instellingen van het menu [Opname] worden automatisch aangepast
en kunnen niet handmatig worden geselecteerd (instellingen afhankelijk van de
geselecteerde scène):
[Gevoeligheid], [Kleurfunctie]
●
[Witbalans] kan alleen in de volgende scènes worden ingesteld.
[Portret], [Gave huid], [Zelfportret], [Panorama assist], [Sport], [Baby], [H. gevoeligh.]
(De instelling wordt teruggezet naar [AWB] wanneer een andere scène wordt gekozen.)
●
De beschikbare flitstypen (→37) variëren afhankelijk van de scène. De flitserinstelling
voor de scènemodus wordt op de beginwaarde teruggezet wanneer de scènemodus
wordt gewijzigd.










