Operating Instructions

- 88 -
Burst-functie
Opmerking over de fotoresolutie-instelling
[Aspectratio]
4:3 5M, 3M, 0.3M 2.5M, 0.3M 3M
3:2 4.5M, 2.5M, 0.3M 3M, 0.3M 2.5M
16:9 3.5M, 2M, 0.2M 3.5M, 0.2M 2M
1:1 3.5M, 2.5M, 0.2M 2M, 0.2M 2.5M
Beelden die worden opgenomen met de instelling of worden tezamen als groep
opgenomen (zgn. burstgroep). (109)
Als er verandering komt in de helderheid van het onderwerp, kunnen de tweede en
volgende beelden lichter of donkerder worden bij gebruik van de Burst-functie in de
instelling , , of .
De Burst-snelheid kan minder worden als de sluitertijd langer wordt in een donkere
omgeving.
Beelden die zijn opgenomen met de Burst-functie in de of instelling kunnen
vervorming tonen als de onderwerpen bewogen of als de camera bewogen is.
[Auto bracket] wordt uitgeschakeld.
De flitser wordt ingesteld op [Gedwongen uit]. (Wanneer [Flitsburst] echter wordt
geselecteerd, wordt de flitser vastgezet op [Flitser altijd aan].)
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
De burstfunctie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
• [Creatieve opties]-modus ([Speelgoedcam.effect] [Miniatuureffect] [Zachte focus])
• Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtop. uit hand] [HDR] [Film in hoge snelheid])
Als de scènemodus is ingesteld op [Nachtportret], [Nachtl.schap] of [H. gevoeligh.],
kunt u of niet selecteren.
Wanneer [Zelfontspanner] is ingesteld, worden er 3 foto’s gemaakt. (Als [Flitsburst] is
ingesteld, worden er 5 foto’s gemaakt.)
De opslag van foto’s die zijn gemaakt met de Burst-functie kan enige tijd vergen. Als
u doorgaat met opnemen tijdens het opslaan, kan het aantal beelden dat kan worden
vastgelegd bij een burstopname worden beperkt.
U kunt de zoomfunctie niet gebruiken tijdens burstopnamen.