Operating Instructions

19
DVQX1167 (DUT)
Basisbediening
Functieknoppen
[Fn1] tot en met [Fn4] zijn knoppen op de camera.
[Fn5] tot en met [Fn9] zijn aanraakknoppen. Ze worden weergegeven door de
tab [
] op het opnamescherm aan te raken.
U kunt veelgebruikte functies aan specifieke knoppen toewijzen met
[Fn knopinstelling] in het menu [Voorkeuze].
Cursorknop
Deze knop wordt gebruikt om de cursor op de menuschermen te verplaatsen en
voor andere functies.
In deze handleiding wordt de knop die moet worden gebruikt, aangeduid met
.
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens het opnemen: (Afhankelijk
van de modus of de weergavestijl van de camera kunnen sommige opties of
instellingen niet worden geselecteerd.)
[
] (belichtingscompensatie) ( )
Corrigeert de belichting als er tegenlicht is of als het onderwerp te donker of te licht is.
TZ100/TZ101
[ ] (witbalans) ( )
Hiermee wordt de kleur aan de natuurlijke kleur aangepast, afhankelijk van de lichtbron.
TZ80/TZ81/TZ82
[ ] (flitsmodus) ( )
Flitsmodus wijzigen.
[ ] (aandrijfstand) ( )
[Burstfunctie]
1
Er wordt een burst foto’s gemaakt terwijl u de ontspanknop helemaal ingedrukt houdt.
[4K-FOTO]
1
(25)
4K-foto’s opnemen.
[Auto bracket]
1
Beelden met verschillende belichtingsinstellingen worden opgenomen op
basis van het belichtingscompensatiebereik.
[Zelfontspanner]
1
1
Selecteer [ ] ([Enkel]) of [ ] om de aandrijfstand uit te schakelen.