Operating instructions

Parameters programmeren of opvragen via e-mail
53
Voor het eerst invoeren van de internetparameters
Installatie van
het Toestel
Opmerking
1 Het toestel kan niet worden geprogrammeerd via e-mail tijdens een communicatie of een
afdruk.
(2) @sender tot @end : Definieert de afzenderinformatie die moet worden ingesteld in sectie (2) tussen
blok @sender tot @end. Registreer maximaal 24 gebruikersnamen en hun e-
mailadressen voor de afzenderselectie. (Zie blz. 150)
Scheid elk dataveld af met een kommapunt(;). (Indien de overige velden blanco
moeten blijven, voegt u voor elk blanco veld een kommapunt (;) in)
De datastring voor elke Afzenderselectie moet worden gedefinieerd binnen een
enkele regel.
De syntaxis is als volgt: <Afzenderselectienummer>;<Gebruikersnaam>;<E-
mailadres>
(a) 01 tot 24: Duidt de Afzenderselectienummers aan
(b) Gebruikersnaam (maximaal 25 tekens)
(c) E-mailadres (maximaal 60 tekens)
(3) @select-domain tot @end : Definieert de selecteerbare domeinen die moeten worden ingesteld in sectie (3)
tussen blok @select-domain tot @end. Registreer maximaal 10 domeinnamen die
kunnen worden geselecteerd bij manuele invoer van e-mailadressen (maximaal 30
tekens).
De syntaxis is als volgt: <Nummer>;<Domein>
(4) @relay-domain tot @end : Definieert de domeinennamen die moeten worden ingesteld in sectie (4) tussen
blok @relay-domain tot @end. Registreer maximaal 10 domeinnamen die toegang
hebben gekregen tot uw internetfax voor een verzoek tot relaisverzending
(maximaal 30 tekens).
(5) @system tot @end : Definieert de internetparameters die moeten worden ingesteld in sectie (5) tussen
blok @system tot @end. Registreer de volgende internetparameters.
(a) Standaarddomein (maximaal 50 tekens).
De syntaxis is als volgt: domein; <Standaarddomeinnaam>
(b) E-mailadres van manager (maximaal 60 tekens).
De syntaxis is als volgt: manager; <E-mailadres van manager>
(c) Relaisverzendingswachtwoord (maximaal 10 tekens).
De syntaxis is als volgt: relay; <Relaisverzendingswachtwoord>. Het
wachtwoord moet tussen aanhalingstekens " " staan, zoals afgebeeld in het
bovengenoemde voorbeeld.
(d)Afstandswachtwoord (maximaal 10 tekens).
De syntaxis is als volgt: afstand; <Afstandswachtwoord>. Het wachtwoord
moet tussen aanhalingstekens " " staan, zoals afgebeeld in het
bovengenoemde voorbeeld.
(6) @ldap tot @end : Definieert de LDAP-parameters die moeten worden ingesteld in sectie (6) tussen
blok @ldap tot @end. Registreer de volgende internetparameters.
(a) LDAP-servernaam (maximaal 60 tekens).
De syntaxis is als volgt: server;<LDAP-servernaam>
(b) LDAP-login-naam (maximaal 40 tekens).
De syntaxis is als volgt: login;<LDAP-login-naam>
(c) LDAP-wachtwoord (maximaal 10 tekens).
De syntaxis is als volgt: password;<LDAP-wachtwoord>. Het Wachtwoord
moet tussen aanhalingstekens " " staan, zoals afgebeeld in het
bovengenoemde voorbeeld.
(d) LDAP-zoekdatabase (maximaal 40 tekens).
De syntaxis is als volgt: database;<LDAP-zoekdatabase>
(7) @mib tot @end : Definieert de MIB die moet worden ingesteld in sectie (7) tussen blok @mib tot
@end. Registreer de volgende internetparameters.
(a) Groepsnaam(1) (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: com_name1;<Groepsnaam(1)>
(b) Groepsnaam(2) (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: com_name2;<Groepsnaam(2)>
(c) Apparaatnaam (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: device;<Apparaatnaam>
(d) Locatie apparaat (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: location;<Locatie apparaat>