Operation Manual

- 152 -
Het toestel is
ingeschakeld, maar het
werkt niet.
De camera werkt niet
normaal.
Verwijder de accu of de netadapter, wacht ongeveer
1 minuut en sluit de accu of netadapter weer aan.
Schakel na 1 minuut de stroom weer in (het uitvoeren van
bovenstaande handelingen, terwijl toegang tot de media
verkregen wordt, kan beschadiging van de gegevens op
deze media tot gevolg hebben).
Als de camera nog steeds niet normaal functioneert,
neem dan contact op met de winkel waar u het toestel
hebt gekocht.
“FOUT OPGETREDEN.
SCHAKEL TOESTEL UIT,
EN DAARNA WEER IN.”
wordt weergegeven.
Het toestel heeft automatisch een storing gesignaleerd.
Start het toestel opnieuw door het uit en weer in te
schakelen.
Het toestel wordt over ongeveer een minuut
uitgeschakeld als u voordien het toestel niet uitschakelt
en weer inschakelt.
Als dit herhaaldelijk wordt weergegeven, ook na opnieuw
starten, is reparatie noodzakelijk. Schakel de stroom uit
en neem contact op met de winkel waar u het toestel hebt
gekocht. Probeer de camera niet zelf te repareren.
Aanduiding
Probleem Controlepunten
De resterende
acculading wordt niet
goed weergegeven.
De aanduiding van de resterende accucapaciteit is een
benadering.
Indien de aanduiding van de resterende accucapaciteit
niet correct weergegeven wordt, laad de accu dan
volledig, ontlaad hem en laad hem opnieuw.
Opname
Probleem Controlepunten
Het toestel stopt de
opname op willekeurige
ogenblikken.
Gebruik een SD-kaart die voor het opnemen van video’s
gebruikt kan worden. (l 15)
De opnametijd kan korter zijn wegens afname van de
snelheid waarmee de gegevens geschreven worden of
herhaaldelijk opnemen en wissen. Formatteer de SD-
kaart of het intern geheugen wanneer u het toestel
gebruikt. (l 41)
Indien [AGS] op [AAN] staat, neem dan op in de normale
horizontale positie of zet [AGS] op [UIT]. (l 64)
Stroom
Probleem Controlepunten