Operation Manual
- 67 -
//
Tijdens het opnemen kan het ingangsniveau vanuit de ingebouwde microfoons en de externe
microfoonaansluiting worden aangepast.
/
Tijdens het opnemen kan het ingangsniveau van de ingebouwde microfoons bijgesteld
worden.
1 Selecteer het menu.
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie de instelling te selecteren op het snelmenu.
(l 33) Het microfoonniveau keert terug naar de eerder ingestelde waarde, en kan niet
worden ingesteld op het snelmenu.
2 (Als [Instel.r ]/[Instel.] geselecteerd is)
Raak / aan om in te stellen.
≥ Raak aan om AGC in of uit te schakelen. Als AGC is ingeschakeld, wordt rond het
pictogram een gele kleur afgebeeld en wordt de mate van geluidsvervorming verminderd.
Als AGC is uitgeschakeld, wordt het geluid op natuurlijke wijze opgenomen.
≥ Stel het gevoeligheidsniveau van de microfoon zodanig in dat de laatste 2 balken van de
gain-waarde niet rood zijn. (Anders wordt het geluid vervormd.) Selecteer een lagere
instelling voor het gevoeligheidsniveau van de microfoon.
3 Raak [ENTER] aan om het ingangsniveau van de microfoon in te stellen en
raak vervolgens [STOP] aan.
≥ (Meter voor ingangsniveau microfoon) verschijnt op het scherm.
[Mic. Niveau]
: [OPNAME INST.] # [Mic. Niveau] # gewenste instelling
[AUTO]: AGC wordt ingeschakeld en het gevoeligheidsniveau van de
microfoon voor opnemen wordt automatisch ingesteld.
[Instel.r ]/
[Instel.]:
Het gewenste gevoeligheidsniveau van de microfoon voor
opnemen kan worden ingesteld.
//
A Midden
B Linksvoor
C Linksachter
D Rechtsvoor
E Rechtsachter
F Microfoongevoeligheidsniveau
/
G Links
H Rechts
I Microfoongevoeligheidsniveau
HC-X900
HC-X909
HC-X900M
HC-X810
HC-X800
MENU
HC-X900
HC-X909
HC-X900M
HC-X810
HC-X800