Operating Instructions

- 130 -
4 Voer de PIN-code, die op het scherm van dit toestel weergegeven wordt, in op
het draadloze toegangspunt.
Lees voor meer details de handleiding van het draadloze toegangspunt.
5 Raak [VOLG.] aan.
Er wordt een bericht weergegeven als de verbinding volledig tot stand gebracht is.
Er wordt een bericht weergegeven als de poging tot verbinding mislukt. Raak [STOP] aan en stel
de verbinding opnieuw in.
Bevestig de encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de authenticatie
van het netwerk versleuteld is.
Als de verbinding met [Handmatige Input] gemaakt wordt, bevestig dan de SSID
(identificatienaam), de authenticatiemethode, het encryptietype en de encryptiesleutel
(password) van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt.
Als dit de eerste keer is dat op de Wi-Fi-knop gedrukt wordt
1 Druk op de Wi-Fi-knop.
2 Raak [JA] aan.
3 Raak [Handmatige verbinding] aan.
4 Selecteer [Zoeken] of [Handmatige Input].
Bevestiging van de volledig tot stand gebrachte Wi-Fi-verbinding
j Het statuslampje van dit toestel brandt groen
j wordt op het beeldscherm weergegeven
Als de voorbereidingen voor de Wi-Fi-functie (l 123) en de Wi-Fi-verbinding voltooid zijn,
kunt u de volgende functies gebruiken:
j [Afst. Bedien.] (l 137)
j [Afsp. DLNA] (l 142)
j [Live zenden] (l 143)
j [Huis monitor] (l 147)
[Handmatige verbinding]
[Zoeken]: Stelt u in staat om draadloze toegangspunten op te zoeken, een ervan te
selecteren en in te stellen. (l 131)
[Handmatige
Input]:
Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen te configureren door de
SSID van het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken
in te voeren. (l 132)