Operating Instructions

- 131 -
Instellen vanuit het Wi-Fi-instelmenu
1 Druk op de Wi-Fi-knop.
2 Raak [Wi-Fi setup] aan.
3 Raak [Draadl. toegangspunt inst.] aan.
4 Raak het deel zonder weergave van een
draadloos toegangspunt aan.
Raadpleeg voor informatie over het wissen van draadloze
toegangspunten of het veranderen van de zoekvolgorde van
draadloze toegangspunten [Draadl. toegangspunt inst.] op
pagina 151.
5 Raak [Handmatige verbinding] aan.
6 Selecteer [Zoeken] of [Handmatige Input].
Verbinding maken door [Zoeken]
1 Raak [Zoeken] aan.
2
Raak het draadloze toegangspunt aan waarmee verbinding gemaakt moet worden.
Als u [Vernieuwen] aanraakt, kunt u opnieuw draadloze toegangspunten opzoeken.
3 Raak [ENTER] aan.
Als geen encryptiesleutel (password) ingesteld is, wordt de verbinding automatisch tot stand
gebracht en wordt een bericht weergegeven.
4 (Als een encryptiesleutel aanwezig is)
Raak [INPUT] aan en voer het password in.
Raadpleeg voor details over het invoeren van karakters pagina 65.
Als de invoering voltooid is, raak dan [Enter] aan.
5 (Als er een encryptiesleutel is)
Raak [VOLG.] aan.
Er wordt een bericht weergegeven als de verbinding volledig tot stand gebracht is.
[Zoeken]: Stelt u in staat om draadloze toegangspunten op te zoeken, een ervan te
selecteren en in te stellen. (l 131)
[Handmatige
Input]:
Stelt u in staat om gedetailleerde instellingen te configureren door de
SSID van het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken
in te voeren. (l 132)
Bevestiging van de volledig tot stand gebrachte Wi-Fi-verbinding
j Het statuslampje van dit toestel brandt groen
j wordt op het beeldscherm weergegeven
Als de voorbereidingen voor de Wi-Fi-functie (l 123) en de Wi-Fi-verbinding voltooid zijn,
kunt u de volgende functies gebruiken:
j [Afst. Bedien.] (l 137)
j [Afsp. DLNA] (l 142)
j [Live zenden] (l 143)
j [Huis monitor] (l 147)
A [Wissen]
B [STOP]