Operating Instructions
- 148 -
∫ Als het toestel een Android is (niet NFC-compatibel) of een iOS
1 Druk op Wi-Fi knop en raak [Huis monitor] aan.
2 Start de toepassing “Image App” van de smartphone.
≥ Als een begeleidend beeldscherm voor de Wi-Fi-verbinding weergegeven wordt, selecteer dan
[NEE].
≥ Gebruik de smartphone om de huismonitor te starten.
Voor het eerst configureren van de instellingen van de huismonitor
∫ Verbinden met een (NFC-compatibel) Android-toestel
≥ Schakel de NFC-functie in
Door de NFC (Near Field Communication)-functie te gebruiken, kunt u de gegevens die nodig zijn
voor een Wi-Fi-verbinding tussen dit toestel en de smartphone gemakkelijk overzetten.
≥ Deze functie kan gebruikt worden met een NFC-compatibel apparaat met Android
(besturingssysteem versie 2.3.3 of nieuwer) (met uitzondering van bepaalde modellen).
1 Start de toepassing “Image App” van de smartphone.
≥ Als een begeleidend beeldscherm voor de Wi-Fi-verbinding weergegeven wordt, selecteer dan
[NEE].
2 Laat het scherm voor de instelling van de verbinding met een huismonitor
weergeven vanuit het menu van de smartphone
3 Raak de smartphone op van dit toestel aan.
≥ Als het de eerste keer is dat de smartphone zich met dit toestel in
verbinding stelt, raak dan [JA] aan op het scherm van dit toestel en
raak vervolgens opnieuw de smartphone op van dit toestel aan.
≥ Als het toestel zelfs niet herkend wordt wanneer de smartphone
aangeraakt wordt, verander dan de posities en probeer het opnieuw.
≥ Er wordt een bevestigingsbeeldscherm op het scherm van de
smartphone weergegeven. Raak [JA] aan om de huismonitor te starten.
∫ Als het toestel een Android is (niet NFC-compatibel) of een iOS
1 Druk op Wi-Fi knop en raak [Huis monitor] aan.
2 Start de toepassing “Image App” van de smartphone.
≥ Als een begeleidend beeldscherm voor de Wi-Fi-verbinding weergegeven wordt, selecteer dan
[NEE].
3 Laat het scherm voor de instelling van de verbinding met een huismonitor
weergeven vanuit het menu van de smartphone
4 Stel de ID en het password van het apparaat, die op dit toestel weergegeven
worden, in op de smartphone.
≥ Raak na voltooien van de instelling [ENTER] aan.
≥ Gebruik de smartphone om de huismonitor te starten.