Operating Instructions
- 153 -
U kunt de toestelnaam van dit toestel (SSID), die gebruikt wordt om dit toestel als een draadloos
toegangspunt te gebruiken, bekijken en veranderen.
1 Raak [INPUT] aan en voer de gewenste toestelnaam (SSID) in.
≥ Het wordt aanbevolen tot [20] karakters in te voeren. Niet alle karakters kunnen bevestigd worden
wanneer de Inrichtingsnamen op dit toestel weergegeven worden als een lange Inrichtingsnaam
gebruikt wordt. (l 133)
≥ Raadpleeg voor details over het invoeren van karakters pagina 65.
2 Raak [STOP] aan.
≥ Als u na het veranderen van de toestelnaam (SSID) onmiddellijk verbinding maakt met een
smartphone, stel de verbinding dan opnieuw in met de veranderde toestelnaam (SSID) (l 133).
≥ Het wachtwoord dat ingevoerd is tijdens de instelling van directe verbinding kan niet veranderd
worden. (l 133)
U kunt de instellingen van uw draadloos LAN-netwerk veranderen, zoals het [IP-adres], het
[Subnetmasker] en het [MAC-adres].
≥ Als u [AUTO] aanraakt, worden de instellingen van het netwerk automatisch geconfigureerd. Als
u [HANDMATIG] aanraakt, kunt u ieder item afzonderlijk instellen. Selecteer het item dat u wenst
in te stellen en stel het in.
≥ [MAC-adres] kan niet veranderd worden.
[Toestelnaam]
[Wireless LAN setup]
[IP-adres]/[Subnetmasker]/[Gateway]/[Primaire DNS]/[Secundaire DNS]/[MAC-adres]