Operating Instructions
- 53 -
Deze functie detecteert de horizontale mate van kanteling van het toestel en corrigeert deze
automatisch op de genivelleerde positie, voordat de opname gemaakt wordt.
1 Raak aan.
≥ De icoon wordt in positie A weergegeven.
j Als de mate van kanteling correct is:
j Als de mate van kanteling zich buiten het correctieveld
bevindt: /
≥ Als de mate van kanteling het corrrectieveld overschrijdt,
beweeg het toestel dan naar de positie waarin
weergegeven wordt.
2 De opname starten.
≥ De icoon kan een helling van tot 45 o in verticale richting correct weergeven.
≥ Het beeld kan bewegen terwijl er gezoomd wordt afhankelijk van de kanteling van dit toestel.
≥ Voor het opnemen van een waterpas beeld met een statief dient u dit toestel aan te sluiten met
gebruik van [NIVEAUMETING] (l 68) en vervolgens de waterpas opname te gebruiken.
Waterpasopname
: Als deze functie ingeschakeld is.
: Als deze functie uitgeschakeld is.