Operating Instructions

- 56 -
Selecteer de bedieningspictogrammen om verschillende effecten aan de opgenomen beelden toe
te voegen.
1 Raak (naar links)/ (naar rechts) van op het touch-menu aan, om de
bedieningsiconen weer te geven. (
l 17)
2 Raak een bedieningsicoon aan.
(bv. PRE-REC)
De bedieningsiconen die weergegeven worden in het
touch-menu kunnen veranderd worden. ([SELECT.
BEDIEN. ICONEN]: l 35)
Selecteer de bedieningsicoon opnieuw om de functie te
annuleren.
Raadpleeg de betreffende pagina’s om de volgende functies te annuleren.
j Smile shot (l 58)
j Ingebouwde flits (l 59)
j Zelfontspanner (l 60)
j Richtlijnen (l 61)
j Videolicht (l 61)
De icoon wordt weergegeven als de bedieningsicoon ingesteld wordt.
Bedieningspictogrammen
*1 Niet weergegeven in de opnamewijze voor foto’s.
*2 Niet weergegeven in de opnamewijze voor films.
Indien u het toestel uitschakelt of de functie op , PRE-REC zet, zullen de functies
kleurnachtzicht, tegenlichtcompensatie, zelfontspanner en telemacro gewist worden.
Indien u het toestel uitschakelt, wordt de fade-functie geannuleerd.
De instelling is mogelijk vanuit het menu.
Geavanceerd (opnemen)
Opnamefuncties van de
bedieningsiconen
PRE-REC
Faden
*1
Intelligent contrast controle
*1
PRE-REC
*1
Smile shot
*1
Ingebouwde flits
*2
Rode-ogenreductie
*2
Zelfontspanner
*2
Intelligente belichting
*2
Tegenlichtcompensatie
Tele macro
Richtlijnen
Kleur nachtzicht
*1
Videolicht
*1