Operating Instructions

- 150 -
Gebruik van de [Huis monitor]
Voer de thuiscontrolehandeling op de smartphone uit. (l 153)
Als de firewall ingeschakeld is, kan het zijn dat de Wi-Fi-functie niet correct werkt. Is dat het
geval, controleer dan de netwerkinstellingen.
Ga verder met stap 2 als uw Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht is via [Draadl. toegangspunt
inst.] in [Wi-Fi setup] (l 170 tot 173).
1 Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop.
2 Raak [Huis monitor] aan op het Wi-Fi menuscherm.
3 Schakel de Wi-Fi-instelling van de smartphone uit.
4 Start de toepassing “Image App” van de smartphone.
(Als het toestel Android
TM
is)
Als een begeleidend beeldscherm voor de Wi-Fi-verbinding weergegeven wordt, selecteer dan
[Nee].
(Als het toestel een iOS is)
Als een bevestigingsbericht voor de Wi-Fi-instelling weergegeven wordt, selecteer dan [Sluiten].
5 Geef de instelling van de huismonitor vrij in het menu van de smartphone-
applicatie “Image App”.
Selecteer [ (MENU)] # [Toepassingsfunctie] # [Home Monitor] en geef [Home Monitor
gebruiken] vrij.
6 Selecteer [Verbind.best. inst.] van de smartphone.
7 Voer de ID en het password van het apparaat, die op het beeldscherm van dit
toestel weergegeven worden, in op de smartphone.
Als de invoering voltooid is, selecteer dan [OK] (op uw Android) of [Voltooien] (op uw iOS).
Als u de ID en het password van het apparaat na het uitvoeren van stap 8 op het scherm van dit
toestel wilt controleren raak dan [Instellen] # [Home Monitor Connectie] aan.
8 Raak [ENTER] aan op het scherm van dit toestel.
Controleer of het bericht “Verbinden...” van dit toestel verdwenen is.
9 Selecteer op de smartphone [Home Monitor starten] om de huismonitor te
starten.
Voor het eerst gebruiken van de huismonitorfunctie