Operating Instructions

- 174 -
Opzetten van een rechtstreekse verbinding met een
smartphone
Controleer de instelling van de [Directe verbinding wachtwoord] in [Wi-Fi setup].
(l 180)
De default-instelling is [UIT].
Selecteer [AAN] indien nodig, bijvoorbeeld als de instelling nodig lijkt te zijn voor uw Wi-Fi-
omgeving.
Wanneer [Directe verbinding wachtwoord] op [UIT] gezet is
j Ga verder met het deel “Als [Directe verbinding wachtwoord] op [UIT] gezet is” in “Gebruik van
[Afst. Bedien.] met een rechtstreekse verbinding”. (l 142)
Wanneer [Directe verbinding wachtwoord] op [AAN] gezet is
Als uw smartphone compatibel is met WPS, raadpleeg dan “[Easy Connection (WPS)]”. Zo niet,
raadpleeg dan “Verbinden met een QR-code”.
j Ga verder met de [Easy Connection (WPS)]
j Ga verder met “Verbinden met een QR-code” (l 175)
j Ga verder met “Verbinding maken door invoering van een SSID en een password” (l 175)
Als de Wi-Fi-verbinding volledig tot stand gebracht is, raadpleeg dan “Als [Directe verbinding
wachtwoord] op [AAN] gezet is” in “Gebruik van [Afst. Bedien.] met een rechtstreekse
verbinding”. (l 143)
1 Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop en raak [Wi-Fi setup] aan.
2 Raak [Directe verbinding] aan.
3 Raak [Wijzig het type verbinding] aan.
4 Raak [Easy Connection (WPS)] aan.
5 Schakel de Wi-Fi-functie in het setup-menu van de smartphone in.
6 Zet de smartphone op de WPS-modus.
[Easy Connection (WPS)]
Bevestiging van de volledig tot stand gebrachte Wi-Fi-verbinding
j Het statuslampje van dit toestel brandt groen
j wordt op het beeldscherm weergegeven.