Operating Instructions

- 48 -
Het kan zijn dat de volgende knopiconen niet weergegeven worden als het sub-venster
weergegeven wordt. Om ze weer te geven, raakt u het beeld van de hoofdcamera op het scherm
aan.
j (Touch-menu)
j / (Iconen van zoomknoppen)
j (Icoon opnameknop)
j Knopicoon opnamemodus (l 53)
De volgende functies werken niet als het sub-venster weergegeven wordt:
j Touch-sluiter
j Creative Control-modus
j [GEZICHTKADER]
j AF/AE-volgen
j Vergrendeling optische beeldstabilisator
Items van het opnamemenu, bedieningsiconen en functies zoals de beeldstabilisator, de
waterpasopname en
[
KORTE OPSTARTTIJD
] werken alleen voor de hoofdcamera.
Raadpleeg
voor informatie over de instellingen van de sub-camera, pagina 49.
Als u foto's maakt met gebruik van de tweelingcamerafunctie, kan het langer duren dan
gewoonlijk om de scherpstelling te verkrijgen. (l 26)
De sub-camera werkt niet als u de volgende functies gebruikt:
j HDR Movie modus
j Stop Motion Animation Assist modus
Als de LCD-monitor gesloten is, of gesloten is met naar buiten gericht scherm, werkt de sub-
camera niet. Het sub-venster zal weergegeven worden als u de LCD-monitor opnieuw opent.
De beeldeffecten van de fade-functie zijn niet van invloed op het sub-venster.
Veranderen en regelen van de instellingen van de
sub-camera en het sub-venster
1 Raak het sub-venster aan.
2 Raak aan om het formaat te selecteren dat u wilt gebruiken.
Als u het sub-venster niet aanraakt of enige tijd geen enkele aanraking uitvoert, zal het formaat
van het sub-venster veranderen.
De beschikbare formaten sub-venster verschillen van elkaar, zoals hieronder getoond wordt.
j In de opnamemodus voor films of als [Foto formaat] in de opnamemodus voor foto's op [
10M] of [ 2.1M] gezet is:
Veranderen van het formaat van het sub-venster
Beeldverhouding
16:9 1:1 16:9
Formaat
T
W
16:9
16:9