Operating Instructions

- 83 -
Het bericht wordt weergegeven wanneer dit toestel te snel bewogen wordt.
Als CAMERA- BEWEGING IS TE SNEL.” wordt afgebeeld, moet u de camera tijdens het opnemen
langzamer bewegen.
In de volgende gevallen zal het bericht niet verschijnen:
j Als de opname wordt gepauzeerd (alleen als [DEMO stand] niet op [AAN] gezet is)
j Als [NIVEAUMETING] op [AAN] gezet is
Dit zal de windruis in de ingebouwde microfoons verlagen terwijl toch een realistisch effect
gehandhaafd wordt.
Naar de handmatige werking schakelen. (l 63)
Als [Sterk] ingesteld is, kunt u controleren hoe doeltreffend de windruis gereduceerd wordt met de
op het scherm weergegeven icoon. In afnemende volgorde van sterkte van het verlagende effect
wordt /// weergegeven.
Als [Normaal] ingesteld is, zal op het scherm weergegeven worden.
De fabrieksinstelling van deze functie is [Normaal].
Als naar de Intelligent auto modus of naar de Intelligent auto plus modus geschakeld wordt, wordt
[Windruisonderdruk] op [Sterk] gezet en kan de instelling niet veranderd worden.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het zijn dat het volledige effect niet zichtbaar is.
[OPNAMEGIDS]
: [OPNAME INST.] # [OPNAMEGIDS] # [AAN]
[Windruisonderdruk]
: [OPNAME INST.] # [Windruisonderdruk] # gewenste instelling
[Sterk]: Als sterke wind gedetecteerd wordt, verlaagt deze optie
daadwerkelijk de windruis door de lage toon van het geluid te
minimaliseren.
[Normaal]: Deze optie extraheert en verlaagt alleen de windruis zonder afbreuk
aan de geluidskwaliteit te doen.
[UIT]: Wist de instelling.
MENU
MENU