Operating Instructions
- 85 -
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
≥ Deze instelling wordt gehandhaafd als u tussen de opnamewijze voor videobeelden en de
opnamewijze voor stilstaande beelden schakelt.
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 63)
1 Selecteer het menu.
2 Raak de gewenste instellingsopties aan.
3 Raak / aan om de instellingen uit te voeren.
4 Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan om de instellingen te voltooien.
≥ verschijnt op het beeldscherm.
Hoe hoger het aantal pixels, hoe hoger de kwaliteit van het beeld bij afdrukken.
∫ Beeldgrootte en maximum zoomverhouding in de opnamemodus
voor foto's
De beeldverhouding zal veranderen afhankelijk van het beeldformaat.
[BEELDINSTEL.]
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
[SCHERPTE]: Scherpte van de rand
[KLEUR]: Diepte van de kleur van het beeld
[BELICHTING]: Helderheid van het beeld
[WB aanpassing]: Kleurbalans beeld
[Foto formaat]
: [FOTO] # [Foto formaat] # gewenste instelling
[16:9]: Beeldverhouding van een high definition televisie, enz.
[4:3]: Beeldverhouding van 4:3 televisie
[3:2]: Beeldverhouding van een conventionele filmcamera of voor afdrukken
(zoals L-size print)
MENU
MENU