Operation Manual
64
VQT2N49
Wanneer tijdens een opname een geregistreerd gezicht door de gezichtsherkenning
gedetecteerd wordt, zal de naam die voor dat gezicht ingevoerd is, weergegeven worden.
≥ Verander de functie naar of .
≥ Na enige tijd zal de weergegeven naam verdwijnen.
≥
Het wordt weergegeven volgens de instelling van de registratievolgorde vanaf het eerste gezicht.
≥ Deze functie wordt niet weergegeven tijdens de face-to-face opname of de afspeelmode.
Opgespoorde gezichten worden met kaders afgebeeld.
≥ Verander de functie naar of .
≥
Er worden tot 15 kaders aangeduid. Bredere gezichten, en gezichten die zich dichter bij the
midden van het beeldscherm bevinden, hebben voorrang boven andere. Wanneer [GEZICHT
HERK.] op [AAN] staat, wordt voorrang gegeven aan de geregistreerde gezichten.
∫ Gezichtskader met prioriteit
Het gezichtskader met prioriteit is oranje. De scherpstelling en de instelling van de helderheid
worden uitgevoerd voor het gezichtskader met prioriteit.
≥ Prioriteit gevende gezichtskaders worden alleen afgebeeld in Intelligente Auto Mode.
≥ De camera stelt scherp op het gezichtskader met prioriteit wanneer de toets tot
halverwege wordt ingedrukt bij het nemen van foto’s. Het gezichtskader met prioriteit wordt
groen nadat is scherpgesteld.
Als de camera tijdens video-opnamen vanuit de horizontale stand ondersteboven gedraaid
blijft, wordt de camera automatisch in de opnamepauzestand gezet.
≥ Verander de functie naar .
≥ Als u een onderwerp recht boven of recht onder u opneemt, kan de AGS-functie in werking
treden, waardoor de opname wordt onderbroken.
[NAAM WEERGEVEN]
: [OPNAME INST.] # [NAAM WEERGEVEN] # gewenst nummer
[UIT]/[1]/[2]/[3]
[GEZICHTKADER]
: [OPNAME INST.] # [GEZICHTKADER] # gewenste instelling
[UIT]:
Wist de instelling.
[PRIMAIR]:
Alleen het gezichtskader met prioriteit wordt afgebeeld.
[ALLE]:
Alle gezichtskaders worden afgebeeld.
[AGS]
: [OPNAME INST.] # [AGS] # [AAN]