Operation Manual
72
VQT2N49
De opnamekwaliteit instellen.
≥ Verander de functie naar of .
Hiermee kunt u de beeldverhouding van de foto’s selecteren overeenkomstig het afdrukken
of het afspelen.
≥ Zet de mode op .
≥ De defaultinstelling van deze functie is [3:2].
≥ Wanneer de beeldverhouding is ingesteld op [4:3] of [3:2] kunnen zwarte randen worden
afgebeeld langs de linker- en rechterzijkant van het scherm.
≥ De randen van foto’s met een beeldverhouding van 16:9 worden bij het afdrukken mogelijk
afgesneden. Controleer de printer of fotostudio alvorens at te drukken.
[KWALITEIT]
: [FOTO] # [KWALITEIT] # gewenste instelling
: Foto’s worden genomen met een hoge opnamekwaliteit.
: Voorkeur wordt gegeven aan het aantal genomen foto’s. Foto’s worden genomen
met de normale beeldkwaliteit.
[ASPECT RATIO]
: [FOTO] # [ASPECT RATIO] # gewenste instelling
4:3: Beeldverhouding van 4:3 televisie
3:2: Beeldverhouding van een conventionele filmcamera of voor afdrukken (zoals L-
size print)
16:9: Beeldverhouding van een high definition televisie, enz.