Operation Manual

4. Telefoon
38
4.7.2 Met het basisstation
Op de display wordt in stand-bymodus het aantal nieuwe
oproepen weergegeven.
Voorbeeld: 10 NIEUWE GESPR.
10:59
1 Druk op { CALLER ID } .
L De recentste oproep wordt weergegeven.
2 Druk op {B} als u in de lijst van meest recente
bellers wilt zoeken.
L Als u op {A} drukt, draait u de volgorde om.
3 Pak de hoorn op of druk op { DIGITAL SP-PHONE }
om terug te bellen.
L Het nummer wordt automatisch gekozen.
L Plaats voor het verzenden van een fax het
document met DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR
BENEDEN en druk op { FAX/START } .
De manier waarop bellerinformatie wordt
weergegeven wijzigen
Druk na stap 2 meermaals op { CALLER ID } .
Voorbeeld: 1345678901
20 Jul.11:20 ,
b
SAM LEE
20 Jul.11:20 ,
L Q op de display betekent dat de ingang al is bekeken
of beantwoord, ook als dit via een draadloze handset
is gebeurd.
Display tijdens raadpleging
L Als het apparaat geen naam kon ontvangen, wordt er
“ GEEN NAAM ONTV. ” op de display weergegeven.
L Als er geen oproepen zijn ontvangen, wordt op de
display “ GEHEUGEN LEEG ” weergegeven.
Weergave stoppen
Druk na stap 2 op { STOP } .
4.8 Telefoonnummers van
bellers bewerken/opslaan
voordat u terugbelt
L Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
4.8.1 Met de draadloze handset
1 Druk op $ (midden van de joystick).
2 Selecteer £ en druk op , .
3 Druk de joystick naar boven of beneden tot de
gewenste ingang wordt weergegeven en druk op
* .
4 Selecteer “ Nummer Wijzig. ” en druk op , .
5 Verplaats de cursor met de joystick en bewerk het
nummer.
L Plaats de cursor op het cijfer dat u wilt wissen en
druk op { C } .
L Plaats de cursor rechts van de positie waar u
een cijfer wilt invoegen en breng de correctie
aan.
6 Druk op {C} , {s} of , om het bewerkte
nummer terug te bellen.
Opmerking:
L Het bewerkte telefoonnummer wordt niet in de
bellergegevens opgeslagen. Zie blz. 40 als u het in
het telefoonboek van de draadloze handset wilt
opslaan.
4.8.2 Met het basisstation
1 Druk op { CALLER ID } .
2 Druk op {A} of {B} tot het gewenste onderdeel
wordt weergegeven.
3 Geef het telefoonnummer weer met { CALLER ID } .
4 Als u een cijfer vóór het telefoonnummer wilt
invoegen, drukt u op de gewenste keuzetoets ( { 0 }
t/m { 9 } ).
L U kunt het nummer ook bewerken door op {*}
te drukken.
5 Druk op { DIGITAL SP-PHONE } of neem de
telefoonhoorn op om het bewerkte nummer terug te
bellen.
L Het nummer wordt automatisch gekozen.
L Plaats voor het verzenden van een fax het
document met DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR
BENEDEN en druk op
{ FAX/START } .
{FAX/START}
{CALLER ID}
{DIGITAL SP-PHONE}
{STOP}
{A}{B}
FC245NL_PFQX2107ZA-nl.book Page 38 Wednesday, October 27, 2004 5:21 PM