Operation Manual

8. Programmeerbare functies
69
8.3 Geavanceerde functies
Code #22: Het activiteitenrapport automatisch laten
afdrukken
AUTO JOURNAAL
=AAN [±]
AAN
(standaard): Het apparaat drukt het
activiteitenrapport automatisch af na elke 30 nieuwe
faxen (blz. 48).
UIT
: Er wordt geen activiteitenrapport afgedrukt, maar
de laatste 30 faxen worden bijgehouden.
Code #23: Documenten internationaal verzenden
INTERCON.MODUS
=FOUT [±]
Activeer deze functie voordat u met verzenden begint als
u niet internationaal kunt faxen, ook al is het nummer juist
en de telefoonlijn aangesloten.
Deze functie verbetert de betrouwbaarheid door de
verzendsnelheid te verlagen.
FOUT
(standaard): Als de eerdere faxverzending
mislukt en u het document opnieuw wilt verzenden.
VOLGENDE FAX
: Deze instelling geldt alleen voor de
volgende keer dat u een fax probeert te verzenden. Na
verzending worden de oorspronkelijke instellingen
hersteld.
UIT
: Schakelt deze functie uit.
Opmerking:
L
Deze functie kan niet worden gebruikt voor
groepsverzending (broadcast).
L
De telefoonkosten kunnen hoger zijn dan normaal.
Code #25: Fax op een specifiek tijdstip verzenden
UITGESTELD VERZ
=UIT [±]
Met deze functie kunt u profiteren van het (goedkopere)
daltarief van uw telefoonmaatschappij. U kunt deze
functie maximaal 24 uur vóór het gewenste tijdstip
instellen.
Document verzenden:
1.
Plaats het document in het apparaat.
2.
Druk indien nodig meerdere keren op
{A}
of
{B}
voor de gewenste resolutie (blz. 47).
3.
Druk op
{
MENU
}
.
4.
Druk op
{#}
en vervolgens op
{
2
}{
5
}
.
5.
Druk op
{A}
of
{B}
om
AAN
te selecteren.
6.
Druk op
{
SET
}
.
7.
Voer het faxnummer in.
8.
Druk op
{
SET
}
.
9.
Voer het tijdstip in waarop het verzenden moet
beginnen.
L
Als u 12-uurstijd selecteert bij het instellen van
de datum en tijd (blz. 25), drukt u op
{*}
voor het
selecteren van
AM
of
PM
.
L
Als u 24-uurstijd selecteert bij het instellen van
datum en tijd (blz. 25), wordt de tijd ingesteld met
24-uursnotatie.
10.
Druk op
{
SET
}
.
11.
Druk op
{
MENU
}
.
Opmerking:
L
Om na het programmeren te annuleren drukt u op
{
STOP
}
, gevolgd door
{
SET
}
.
Code #26: De bellerlijst automatisch laten afdrukken
AUTOM. NR.HERK.
=UIT [±]
AAN
: De bellerlijst wordt automatisch afgedrukt als het
apparaat 50 verschillende bellers heeft vastgelegd (blz.
37).
UIT
(standaard): De bellerlijst wordt niet afgedrukt,
maar het apparaat houdt de informatie over de laatste 50
verschillende bellers bij.
Code #28: Gespreksverbod instellen
GESPREKSVERBOD
DRUK OP SET
Deze functie voorkomt het maken van externe
gesprekken vanaf het basisstation. Als gespreksverbod
is ingeschakeld, zijn alleen interne gesprekken en
noodnummers beschikbaar. Zie blz. 80 voor het opslaan
van noodnummers.
1.
Druk op
{
MENU
}
.
2.
Druk op
{#}
en vervolgens op
{
2
}{
8
}
.
3.
Druk op
{
SET
}
.
4.
Voer
0000
in (de standaard basisstation-PIN).
L
Als u de PIN hebt gewijzigd, voert u de nieuwe
PIN in (blz. 82).
5.
Druk op
{A}
of
{B}
om
AAN
te selecteren.
6.
Druk op
{
SET
}
.
7.
Druk op
{
MENU
}
.
Opmerking:
L
Als gespreksverbod is ingeschakeld, wordt
o
weergegeven op het basisstation.
L
Zie blz. 77 voor het blokkeren van het bellen van
externe nummers met de draadloze handset.
Code #34: De scanfunctie instellen
QUICK SCAN
=UIT [±]
Deze functie is handig als u het document voor iets
anders wilt gebruiken, omdat het document beschikbaar
komt voordat het wordt verzonden of gekopieerd.
FC245NL_PFQX2107ZA-nl.book Page 69 Wednesday, October 27, 2004 5:21 PM