Operation Manual
3. Telefoon
20
3 TelefoonAutomati sch nummers ki ezen
3.1 Telefoonboek
Met het telefoonboek kunt u opbellen zonder het nummer in te
typen. U kunt 100 namen en telefoonnummers in het telefoonboek
opslaan.
L
U kunt met het telefoonboek ook faxen verzenden (pagina 28).
3.1.1 Telefoonboekingangen opslaan
1
Druk op
{
MENU
}
tot
“
PHONEBOOK SET
”
wordt weergegeven.
2
Druk op
{
>
}
.
L
De display geeft het aantal beschikbare plaatsen in het
telefoonboek weer.
3
Voer de naam in van maximaal 16 tekens (zie pagina 17 voor
specifieke aanwijzingen).
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Voer het telefoonnummer van maximaal 24 cijfers in.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer nummers wilt programmeren, voert u stap
3 t/m 6 opnieuw uit.
7
Klik op
{
MENU
}
om af te sluiten.
Opmerking:
L
U kunt de opgeslagen ingangen controleren door de lijst met
telefoonnummers af te drukken (pagina 60).
Fouten corrigeren
1.
Druk op
{
<
}
of
{
>
}
om de cursor naar het foute teken/cijfer te
brengen.
2.
Druk op
{
STOP
}
.
L
Als u alle tekens/cijfers wilt wissen, houdt u
{
STOP
}
ingedrukt.
3.
Voer het juiste teken/cijfer in.
3.1.2 Telefoneren met behulp van het
telefoonboek
Voordat u deze functie gebruikt, moet u eerst de gewenste namen
en telefoonnummers opslaan in het telefoonboek (pagina 20).
1
Druk op
{
>
}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste onderdeel wordt
weergegeven.
3
Neem de handset op of druk op
{
MONITOR
}
.
L
Het nummer wordt automatisch gekozen.
Een naam zoeken met behulp van de eerste letter
Voorbeeld: “
LISA
”
1.
Druk op
{
>
}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
2.
Druk op
{A}
of
{B}
om het telefoonboek te openen.
3.
Druk meerdere keren op
{
5
}
tot een naam met de letter
“
L
”
op
de display wordt weergegeven (zie de tekentabel op pagina
17).
L
Druk op
{
1
}
als u naar een symbool wilt zoeken.
4.
Druk op
{B}
tot
“
LISA
”
wordt weergegeven.
L
Als u het zoeken wilt stoppen, drukt u op
{
STOP
}
.
L
Bel de weergegeven ingang met
{
MONITOR
}
of neem de
hoorn op.
3.1.3 Opgeslagen nummers wijzigen
1
Druk op
{
>
}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste onderdeel wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
MENU
}
.
4
Druk op
{*}
.
L
Als er aan de naam niets veranderd hoeft te worden, gaat
u direct naar stap 6.
5
Bewerk de naam. Zie voor meer details de opslagprocedure
op pagina 20.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als er aan het telefoonnummer niets veranderd hoeft te
worden, gaat u direct naar stap 8.
7
Wijzig het telefoonnummer. Zie voor meer details de
opslagprocedure op pagina 20.
8
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer ingangen wilt bewerken, voert u stap 2 t/m
8 opnieuw uit.
9
Klik op
{
STOP
}
om af te sluiten.
3.1.4 Opgeslagen nummers verwijderen
1
Druk op
{
>
}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste onderdeel wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
MENU
}
.
4
Druk op
{#}
.
L
Druk op
{
STOP
}
om het wissen te annuleren.
5
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer ingangen wilt wissen, voert u stap 2 t/m 5
opnieuw uit.
{SET}
{<}{>}{A}{B}
{MONITOR}
{MENU}
{STOP}
FL401BL-PFQX2650ZA-nl.book Page 20 Tuesday, July 11, 2006 11:07 AM