Operation Manual

3. Telefoon
21
6
Klik op
{
STOP
}
om af te sluiten.
3.2 Snelkiezen
U kunt nummers die vaak worden gebeld met één druk op de knop
kiezen met de snelkiesfunctie.
3.2.1 Snelkiesnummers opslaan
L
De snelkiesnummers 1-3 kunnen ook worden gebruikt voor
geprogrammeerd verzenden, ook wel groepsverzending
genoemd (pagina 28).
L
U kunt met snelkiezen ook faxen verzenden (pagina 28).
1
Druk op
{
MENU
}
tot
PHONEBOOK SET
wordt weergegeven.
2
Selecteer de gewenste snelkiestoets.
Voor snelkiesnummer 1–3:
Druk op een van de snelkiestoetsen, druk meerdere keren op
{A}
of
{B}
om
DIAL MODE
te selecteren, en druk
vervolgens op
{
SET
}
.
Voor snelkiesnummer 4–5:
Druk op een van de snelkiestoetsen.
Voor snelkiesnummer 6–10:
Druk op
{
LOWER
}
en druk vervolgens op een van de
snelkiestoetsen.
3
Voer de naam in van maximaal 16 tekens (zie pagina 17 voor
specifieke aanwijzingen).
4
Druk op
{
SET
}
.
5
Voer het telefoonnummer van maximaal 24 cijfers in.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer nummers wilt programmeren, voert u stap
2 t/m 6 opnieuw uit.
7
Klik op
{
STOP
}
om af te sluiten.
Opmerking:
L
U kunt de opgeslagen ingangen controleren door de lijst met
telefoonnummers af te drukken (pagina 60).
Fouten corrigeren
1.
Druk op
{
<
}
of
{
>
}
om de cursor naar het foute teken/cijfer te
brengen.
2.
Druk op
{
STOP
}
.
L
Als u alle tekens/cijfers wilt wissen, houdt u
{
STOP
}
ingedrukt.
3.
Voer het juiste teken/cijfer in.
3.2.2 Telefoonnummers kiezen met de
snelkiesfunctie
Voordat u deze functie gebruikt, slaat u de gewenste namen en
telefoonnummers voor snelkiezen op.
1
Neem de handset op of druk op
{
MONITOR
}
.
2
Selecteer de gewenste snelkiestoets.
Voor snelkiesnummer 1–5:
Druk op de toets van het gewenste snelkiesnummer.
Voor snelkiesnummer 6–10:
Druk op
{
LOWER
}
en vervolgens op de toets van het
gewenste snelkiesnummer.
L
Het nummer wordt automatisch gekozen.
3.2.3 Opgeslagen nummers wijzigen
1
Druk op
{
>
}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste onderdeel wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
MENU
}
.
4
Druk op
{*}
.
L
Als er aan de naam niets veranderd hoeft te worden, gaat
u direct naar stap 6.
5
Bewerk de naam. Zie voor meer details de opslagprocedure
op pagina 21.
6
Druk op
{
SET
}
.
L
Als er aan het telefoonnummer niets veranderd hoeft te
worden, gaat u direct naar stap 8.
7
Wijzig het telefoonnummer. Zie voor meer details de
opslagprocedure op pagina 21.
8
Druk op
{
SET
}
.
L
Als u nog meer ingangen wilt bewerken, voert u stap 2 t/m
8 opnieuw uit.
9
Klik op
{
STOP
}
om af te sluiten.
3.2.4 Opgeslagen nummers verwijderen
1
Druk op
{
>
}
.
L
Zorg dat er geen document in de invoer aanwezig is.
2
Druk op
{A}
of
{B}
tot het gewenste onderdeel wordt
weergegeven.
3
Druk op
{
MENU
}
.
4
Druk op
{#}
.
{<}{>}{A}{B}Snelkiestoetsen
{MONITOR}
{LOWER}
{MENU}
{STOP}
{SET}
FL401BL-PFQX2650ZA-nl.book Page 21 Tuesday, July 11, 2006 11:07 AM